22446 |
periode van de ijsheiligen |
ijsheiligen:
ieshillige (Q202p Eys),
īsheləgə (Q202p Eys)
|
De periode van de ijsheiligen, 11-14 mei; op deze dagen kan het zeer koud zijn. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
17911 |
persen |
persen:
pêjesje (Q202p Eys)
|
persen [SGV (1914)]
III-1-2
|
27348 |
perslucht |
perslocht:
pɛ.rslo.x (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Maurits])
|
Samengeperste lucht, gebruikt voor de aandrijving van verschillende werktuigen. Volgens Lochtman (pag. 59) kende men twee soorten perslucht: hoge druk (ongeveer 175 atm) werd gebruikt voor de ondergrondse locomotieven en lage druk (ongeveer 6 atm) werd toegepast bij de aandrijving van luchthamers, schudgoten enz. [N 95, 820; monogr.; Vwo 293; Vwo 592; Vwo 593; Vwo 628; Vwo 631]
II-5
|
28216 |
persluchtlamp |
loftlamp:
lu.fla.mp (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Maurits])
|
Elektrische lamp die de benodigde elektrische stroom ontvangt uit een aan de lamp bevestigde dynamo die gekoppeld is aan een door perslucht aangedreven turbine. [N 95, 258; monogr.]
II-5
|
28044 |
persluchtleiding |
loftroor:
lu.fr ̇ø̄ǝr (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Emma])
|
Metalen buisleiding die de perslucht ter plaatse brengt. Aan de persluchtleiding worden met behulp van gummislangen de luchthamers, boorhamers enz. aangesloten. [N 95, 824; monogr.; Vwo 294; Vwo 629; Vwo 630; Vwo 632]
II-5
|
28239 |
personentrein |
personentog:
pǝrs˙ōnǝtso.x (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Domaniale])
|
Trein bestemd voor het vervoer van personen. [N 95, 714; N 95, 611]
II-5
|
28238 |
personenvervoer |
personenvervoer:
pǝrs˙ōnǝvǝrvu.ǝr (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Domaniale])
|
Algemene benaming voor het transport van personen. [N 95, 713; N 95, 611; monogr.]
II-5
|
21819 |
persoon die traat praat |
zeveraar:
zeavereer (Q202p Eys)
|
traag praten [lijzen, zemelen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
22132 |
persoon die zorgt voor verdwaalde duiven |
opvangcentrum:
Opm. v.d. invuller: naam onbekend; het verschijnsel opvangcentrum is wel bekend, doch niet in de omstreken.
zie toelichting (Q202p Eys)
|
Hoe heet de persoon die zorgt voor verdwaalde duiven? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
19229 |
persoon met een lastig karakter |
lastigd, een -:
Vraag 383 is dubbel (dus 2 x 97 moet nog worden opgesplitst in twee lemmata: "persoon met een lastig karakter"; "een niet gemakkelijk, lastig karakter hebbend
leͅ.stext (Q202p Eys),
lastige, een -:
Vraag 383 is dubbel (dus 2 x 97 moet nog worden opgesplitst in twee lemmata: "persoon met een lastig karakter"; "een niet gemakkelijk, lastig karakter hebbend
leͅ.stegə (Q202p Eys)
|
een lastig moeilijk karakter hebbend [niepoter, nietprut, kummelij] [N 85 (1981)]
III-1-4
|