22145 |
binnendeksel van een duivenmand |
binnendeksel:
binnedeksel (Q202p Eys)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: binnendeksel? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
21820 |
binnensmonds praten |
mommelen:
mo.mpələ (Q202p Eys),
prevelen:
prevele (Q202p Eys),
wauwelen:
wauwele (Q202p Eys)
|
binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
18225 |
binnenstebuiten |
links:
links (Q202p Eys),
van links gedraaid:
v‧a le.ŋks˃ gədr‧iənt (Q202p Eys)
|
binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)]
III-1-3
|
22689 |
bioscoop |
cinema:
cinema (Q202p Eys),
kino (du.):
kino (Q202p Eys)
|
Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
24075 |
bisdom |
bisdom:
ee bisdom (Q202p Eys)
|
Een bisdom of diocees. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24074 |
bisschop |
bisschop:
busschop (Q202p Eys)
|
Een bisschop [busschop, biskop, bissjep]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19352 |
bits |
bits:
bits (Q202p Eys, ...
Q202p Eys),
frech (du.):
freͅ.x (Q202p Eys, ...
Q202p Eys),
kortaf:
(= kortaf).
ko.t˂‧āf (Q202p Eys, ...
Q202p Eys)
|
vinnig, onvriendelijk in manier van spreken [bits, scherp, bars, mondig] [N 87 (1981)]
III-1-4, III-3-1
|
18113 |
blaar |
blaar:
bloͅar (Q202p Eys)
|
Blaar: blaasachtige opzetting van de huid (blaar, blein). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
25437 |
blaas van een geslacht varken |
blaas:
blōǝs (Q202p Eys)
|
De blaas van het varken wordt voor verschillende doeleinden gebruikt volgens de respondenten. Men smeert er werkschoenen mee in of de houtzaag. Als heelmiddel wordt hij op een gekneusde plek gelegd. Men vangt er vogels mee of men doet er bloedworst in; zelfs brandewijn wordt ermee gesmokkeld. Hij kan functioneren als ijszak voor een zieke of als afsluiting voor levensmiddelen. Vaak dient de gedroogde blaas als tabakszak of geldzak. Opgeblazen en gedroogd is hij een voetbal voor de jeugd. Men maakt er kunstdarmen van en heel bekend is het gebruik ervan bij het Carnaval als "foekespot" of "rommelspot". Kan men er echt niets mee doen, dan wordt ie weggesmeten. [N 28, 73; N 28, 74; monogr.]
II-1
|
23574 |
blaasbalg van het orgel |
blaasbalg:
blaosbalg (Q202p Eys)
|
De blaasbalg van het orgel. [N 96B (1989)]
III-3-3
|