e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eys

Overzicht

Gevonden: 5461
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
binnendeksel van een duivenmand binnendeksel: binnedeksel (Eys) Hoe heet verder in Uw dialect: binnendeksel? [N 93 (1983)] III-3-2
binnensmonds praten mommelen: mo.mpələ (Eys), prevelen: prevele (Eys), wauwelen: wauwele (Eys) binnensmonds praten [prevelen, pruttelen, murmelen, rullen] [N 87 (1981)] III-3-1
binnenstebuiten links: links (Eys), van links gedraaid: v‧a le.ŋks˃ gədr‧iənt (Eys) binnenste buiten, gezegd van een kledingstuk [krang(s), averechts, auws] [N 86 (1981)] III-1-3
bioscoop cinema: cinema (Eys), kino (du.): kino (Eys) Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)] III-3-2
bisdom bisdom: ee bisdom (Eys) Een bisdom of diocees. [N 96D (1989)] III-3-3
bisschop bisschop: busschop (Eys) Een bisschop [busschop, biskop, bissjep]. [N 96D (1989)] III-3-3
bits bits: bits (Eys, ... ), frech (du.): freͅ.x (Eys, ... ), kortaf: (= kortaf).  ko.t˂‧āf (Eys, ... ) vinnig, onvriendelijk in manier van spreken [bits, scherp, bars, mondig] [N 87 (1981)] III-1-4, III-3-1
blaar blaar: bloͅar (Eys) Blaar: blaasachtige opzetting van de huid (blaar, blein). [N 84 (1981)] III-1-2
blaas van een geslacht varken blaas: blōǝs (Eys) De blaas van het varken wordt voor verschillende doeleinden gebruikt volgens de respondenten. Men smeert er werkschoenen mee in of de houtzaag. Als heelmiddel wordt hij op een gekneusde plek gelegd. Men vangt er vogels mee of men doet er bloedworst in; zelfs brandewijn wordt ermee gesmokkeld. Hij kan functioneren als ijszak voor een zieke of als afsluiting voor levensmiddelen. Vaak dient de gedroogde blaas als tabakszak of geldzak. Opgeblazen en gedroogd is hij een voetbal voor de jeugd. Men maakt er kunstdarmen van en heel bekend is het gebruik ervan bij het Carnaval als "foekespot" of "rommelspot". Kan men er echt niets mee doen, dan wordt ie weggesmeten. [N 28, 73; N 28, 74; monogr.] II-1
blaasbalg van het orgel blaasbalg: blaosbalg (Eys) De blaasbalg van het orgel. [N 96B (1989)] III-3-3