e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Eys

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sierlaag sierlaag: sērlǭx (Eys) Niet-uitspringende sierlaag van bakstenen met een andere kleur die in het metselwerk wordt verwerkt. [N 31, 30f] II-9
sigarenpijpje pijproortje: pieproorke (Eys), sigarenpijpje: səgā.rəpi.pkə (Eys), spitsje: spitske (Eys) sigaarhouder; Hoe noemt U: Pijpje waarin men een gedeeltelijk opgerookte sigaar steekt om hem helemaal op te kunnen roken (spit) [N 80 (1980)] III-2-3
sik sik: sik (Eys) sik (onder aan de kin of aan de onderlip?) [DC 01 (1931)] III-1-1
sikkel zikkel: zīǝkǝl (Eys) Werktuig in de vorm van een halve cirkel met een korte steel dat gebruikt wordt om gras en soms ook wel graan te maaien. In Noord Ned. Limburg is herhaaldelijk opgemerkt: "zelden in handen van boeren ... het is een typisch vrouwengereedschap" (L 270). [N 11, 88; N 18, 79; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 28 en 28a; A 14, 7 en 11; A 23, 16.2; L 20, 28; L 42, 46; L 45, 11; Lu 1, 16.2; NE 2, 1; Wi 51; monogr.; add. uit N Q, 11c] I-5
silicose, stoflongen stub: štø.p (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Maurits]), stublongen: štø.pl˙ǫŋǝ (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Eisden]) Stoflongziekte. Bij mijnwerkers voorkomende beroepsziekte, bestaande in het afzetten van steenstof in de longen. [N 95, 962; N 95, 963; monogr.] II-5
simpel bovensimpel: bǫ.avǝze.mpǝl (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik]), kopsimpel: kǫ.p˲ze.mpǝl (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Zolder]), ondensimpel: o.ŋǝze.mpǝl (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Laura, Julia]), voetsimpel: v˙ōt˲ze.mpǝl (Eys  [(Oranje-Nassau I / III / IV)]   [Zolder]) De ontkoolde ruimte onderlangs of bovenlangs de galerij die geheel of gedeeltelijk gevuld wordt met de stenen die bij het drijven van die galerij worden verkregen. Het front van een simpel varieert tussen tien en veertig meter in lengte en moet worden geventileerd met behulp van luchtkokers omdat er geen doortrekkende luchtstroom in aanwezig is. Volgens de invuller uit Q 15 werd een simpel in de mijn Maurits soms bovenlangs, maar meestal onderlangs met het drijven van de galerij meegenomen. [N 95, 454; N 95, 512; N 95, 513; monogr.; Vwo 98; Vwo 274; Vwo 280; Vwo 317; Vwo 318; Vwo 556; Vwo 704; Vwo 743] II-5
sinaasappel appelsien: appelsiĕŋ (Eys) sinaasappel [DC 48 (1973)] III-2-3
sinningia gloxinia: gloksinia (Eys) Sinningia (gloxinia). Kasplanten, ook wel als kamerplanten gehouden, met een knolvormige wortelstok in de grond en langwerpige bladeren (gloksinia, gloksien, klokbloem). [N 92 (1982)] III-2-1
sint-antoniusbroodbus antoniusbroodbus: Antonius broedbus (Eys) De Antonius-broodbus, de offerbus t.b.v. brood voor de armen. [N 96C (1989)] III-3-3
sint-bavo bavomis: bavomes (Eys) Het feest van St. Bavo (mis) op 1 oktober [Bavo, bamis, bavomis]. [N 88 (1982)] III-3-2