24116 |
sobriëtas |
mariavereniging:
mariavereniging (Q202p Eys)
|
De R.K. vereniging ter bestrijding van het drankmisbruik (Mariavereniging, Sobriëtas). [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19736 |
soda |
soda:
sōda (Q202p Eys),
zōda (Q202p Eys)
|
de witte stof, die door kruideniers en drogisten wordt verkocht in poedervorm en die gebruikt wordt om de was uit te koken, om hard water zacht te maken en in een bad waarvan men b.v. een zwerende vinger onderdompelt? (soda) [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
20664 |
soep |
soep:
soep (Q202p Eys)
|
soep [SGV (1914)]
III-2-3
|
20512 |
soepvlees |
rindvlees:
rinkvleäs (Q202p Eys),
soepenvlees:
soeppevlees (Q202p Eys),
su.pəvlē.š (Q202p Eys)
|
soepvlees; Hoe noemt U: Mager vlees om soep van te koken (boelie, bouilli, soepvlees) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
18196 |
sok |
sok:
ix loop ummer op mien zukkə wĕns ix heem bĭn. Mien vrouw štrikt ər jiddəs kiĕər wĕr nuj veut draa (Q202p Eys),
zuk (Q202p Eys)
|
Hoe noemt men de sok (de halflange beenbedekking van den mensch)? [DC 09 (1940)] || Sokken. Ik loop altijd op mijn sokken als ik thuis ben. Mijn vrouw breit er telkens weer nieuwe voeten aan. [DC 39 (1965)]
III-1-3
|
21289 |
soldaten |
soldaten:
soldoate (Q202p Eys),
(m.mv.).
soͅ.ld‧oͅatə (Q202p Eys)
|
algemene naam voor soldaten [volk, soldatenvolk, soldaterij] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23488 |
soldatenkerkhof |
soldatenkerkhof:
soldaotenkirkhof (Q202p Eys)
|
Een soldatenkerkhof, oorlogskerkhof, militaire begraafplaats, ereveld, engels kerkhof e.d. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
27585 |
solliciteren |
voor werk vragen:
vǝr wę.rǝk ˲vr˙ǫagǝ (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Laura, Julia])
|
[N 95, 1001]
II-5
|
21739 |
soorten soldaten |
piot:
(m.).
pii̯oͅ.t (Q202p Eys),
zandhaas:
Van Dale: zandhaas, 2. (spott.) ben. voor infanterist.
zandhaas (Q202p Eys)
|
welke verschillende soldaten onderscheidt u [piot, zandhaas, kalkvreter] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
34576 |
spaak |
speek:
špēk (Q202p Eys),
speken:
špēkǝ (Q202p Eys)
|
Elk van de houten staven die de verbinding vormen tussen de velg van het wiel en de naaf. Afhankelijk van de omtrek van het wiel zijn er tien tot zestien spaken. Er zijn twee soorten spaken: ronde en platte. Voor zover ze specifieke benamingen krijgen, worden ze behandeld onder A resp. B. [N 17, 61a-b + 62a-b; N 18, 99; N G, 44a; JG 1a; JG 1b; JG 2b; S 34; A 4, 20b; L 20, 20b; L 7, 13; monogr.]
I-13
|