27523 |
staatstoezicht |
staatstoezicht:
št˙ātst˙uze.x (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Maurits])
|
Overheidsinstelling die de controle over de steenkoolmijnen uitoefent. [N 95, 166]
II-5
|
23690 |
stabat mater |
stabat mater (lat.):
stabat mater (Q202p Eys)
|
Het kruisweggezang "Stabat Mater Dolorosa". [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21272 |
stad |
stad:
ps. omgespeld volgens Frings.
sjtad (Q202p Eys)
|
stad [SGV (1914)]
III-3-1
|
21749 |
stadsomroeper |
gemeentebode:
gemeentebode (Q202p Eys)
|
de persoon die in een stad of dorp gemeentelijke berichtgeving mondeling bekend maakt [stadsomroeper, belleman] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23591 |
staf van de suisse |
staf:
sjtaaf (Q202p Eys)
|
De staf of hellebaard van de suisse [sjtaaf?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
28377 |
stal |
stal:
štā.l (Q202p Eys)
|
Een ruimte in het algemeen, die onderdak biedt aan vee. De benamingen kunnen zowel het gebouw, als de ruimte daarbinnen betreffen. Meestal wordt kortheidshalve van "de stal" gesproken, als men het veeverblijf en met name de koestal bedoelt. [JG 1a en 1b; Wi 11; S 50; L A1, 4; RND 97; monogr.; add. uit N 5A, passim]
I-6
|
27551 |
stalen neuzen in mijnschoenen |
stalen nazen:
št˙oalǝ nā.zǝ (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Maurits])
|
Versteviging van de mijnschoen op de punt. Wanneer de stalen neus ontbreekt of loszit, voldoet de schoen niet meer aan de eisen. [N 95, 884; monogr.]
II-5
|
29967 |
stalen steigerverbinding |
klam:
klam (Q202p Eys)
|
U-vormige stalen beugel met plaat waarmee de verschillende delen van een houten steiger met elkaar worden verbonden. Op de beide uiteinden van beugel is schroefdraad aangebracht. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(steiger)-' het lemma 'Steiger'. [N 32, 2e; monogr.]
II-9
|
34203 |
stalklauwen |
lange tenen:
laŋ tiǝnǝ (Q202p Eys)
|
Als de koeien in de winter op stal staan, hebben ze weinig of geen beweging. Daardoor slijten de klauwen minder af. Ze kunnen aangroeien. Hierdoor ontstaan de "stalklauwen" met snavelvormig omgebogen toongedeelten. Deze hebben een zeer ongunstige invloed op de beenstanden en veroorzaken onnodige vermoeidheid. Zie ook het lemma ''stalklauwen'' in wbd I.3, blz. 482. [N 52, 9; A 48A, 13]
I-11
|
21135 |
stallen |
in de garage zetten:
en də gər‧āš˃ zeͅ.tə (Q202p Eys),
koorbanken:
koerbenk (Q202p Eys),
stallen:
stalle (Q202p Eys)
|
[voertuigen, rijwielen enz.] in een garage of bewaarplaats zetten [stallen, stationeren, garen] [N 90 (1982)] || De koorbanken aan de zijkanten van het priesterkoor [stallen, stalles, koorstallen, koorstoelen, kanunnikenbanken]. [N 96A (1989)]
III-3-1, III-3-3
|