23437 |
stoelen op het priesterkoor |
koorstoelen:
koersteul (Q202p Eys)
|
De stoelen op het priesterkoor [koeërsjteul?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
21226 |
stoep |
sprong:
sjpronk (Q202p Eys),
Van Dale: sprong, 11. stoep.
sjpronk (Q202p Eys)
|
stoep [SGV (1914)] || stoep, trottoir; hoe noemt men in uw woonplaats de stoep of het trottoir langs een straat? [DC 47 (1972)]
III-3-1
|
19857 |
stoep, trottoir |
sprong:
sjpronk (Q202p Eys)
|
stoep [SGV (1914)]
III-2-1
|
18775 |
stof |
stub:
sjtŭb (Q202p Eys),
sjtöb (Q202p Eys)
|
stof [DC 23 (1953)], [SGV (1914)]
III-2-1
|
19430 |
stof afnemen |
stubben:
sjtubbe (Q202p Eys)
|
stoffen (ww.) [SGV (1914)]
III-2-1
|
24928 |
stof, zandx |
stub:
sjtŭb (Q202p Eys, ...
Q202p Eys)
|
stof [SGV (1914)]
III-4-4
|
19659 |
stofblik |
blik:
blēͅx (Q202p Eys),
troffel:
troefəl (Q202p Eys),
troefəl mit der kwispəl (Q202p Eys)
|
blik (van stoffer en ~) [SGV (1914)] || stofblik [DC 15 (1947)] || stoffer en blik samen [DC 15 (1947)]
III-2-1
|
27542 |
stofbril |
stubbril:
štø.p˱brē.l (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Maurits])
|
Wanneer men werkzaamheden verricht waarbij de kans bestaat dat men iets in het oog krijgt, is een stofbril of veiligheidsbril voorgeschreven. Zulke werkzaamheden zijn o.a. slopen, slijpen, blazend vullen en schoonblazen met perslucht. [N 95, 886]
II-5
|
28203 |
stofgrendel, stofbarriere |
steenstubgrendel:
štē.štø.p˲gr˙ɛndǝl (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Oranje-Nassau II, Emma, Hendrik])
|
Een aantal omklapbare planken, bevestigd aan de kappen van de ondersteuning van een mijngang, waarop een hoeveelheid steenstof of mergelstof is aangebracht. In geval van een mijngas- of kolenstofontploffīng worden de steenstofgrendels door de luchtdruk omvergeworpen en het steenstof, dat dan naar beneden valt en opdwarrelt, vormt een stof gordijn waarin de steekvlam, die achter de luchtdruk aankomt, wordt verstikt. [N 95, 238; N 95, 239; monogr.]
II-5
|
28210 |
stofmasker |
stubmasker:
štø.pma.skǝr (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Eisden])
|
Masker dat tegen stof beschermt. Als men de stofmaskers op de voorgeschreven wijze gebruikte, boden ze afdoende bescherming. Er werd naar gestreefd maskers aan te schaffen die de hoogst mogelijke bescherming boden en daarbij de gebruikers toch zo weinig mogelijk last bezorgden (MBK IV pag. 48). Volgens Lochtman (pag. 43) zijn stofmaskers geschikt voor het personeel van mechanische pijlers, maar voor lichamelijk hardwerkende mensen zijn ze dat niet. [N 95, 774]
II-5
|