34157 |
uieren |
vervleug:
vǝrvlø̜i̯ǝx (Q202p Eys)
|
Een zwellende uier krijgen in de draagtijd, gezegd van de koe. [N 3A, 35; A 9, 16; monogr.]
I-11
|
34089 |
uierkwartier |
deem:
dē̜ǝm (Q202p Eys)
|
Kwartier van de koeuier in het algemeen. [A 9, 12]
I-11
|
22874 |
uit (voetbal) |
uit:
ōet (Q202p Eys)
|
(De bal is) uit. [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
22001 |
uit de tegengestelde richting dan die van de losplaats aankomen |
van bovenaf:
zə kø.nt˃ va boͅ.avən ‧āf (Q202p Eys),
verkeerde richting:
verkierde richting (Q202p Eys)
|
Hoe zegt men: uit een richting tegengesteld aan die van de losplaats? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22118 |
uit een andere richting dan die van de losplaats aankomen |
verkeerde zij:
verkierde zie (Q202p Eys)
|
Hoe zegt men: uit een andere richting dan die van de losplaats? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22119 |
uit een schuine richting t.o.v. die van de losplaats aankomen |
schuins:
schuuns (Q202p Eys)
|
Hoe zegt men: uit een richting schuin ten opzichte van die van de losplaats? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
27569 |
uitbetaling van loon |
afrekening:
˙āfrę.akǝn˙eŋ (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Beringen])
|
Het loon kan per dag, om de veertien dagen of om de maand uitbetaald worden. In dit lemma komen algemene benamingen voor de uitbetaling van loon voor maar ook benamingen die specifiek duiden op een veertiendaagse uitbetaling of een maandelijkse. Het woordtype "quinzaine" kan naast een veertiendaagse uitbetaling ook wel het loon aanduiden dat om de maand betaald wordt. [N 95, 973; N 95, 975; N 95, 28; monogr.; Vwo 168; Vwo 171; Vwo 416; Vwo 437; Vwo 578; Vwo 590]
II-5
|
18896 |
uitblinken |
uitblinken:
oetblinke (Q202p Eys),
ū.t˂ble.ŋkə (Q202p Eys)
|
schitteren boven iets of iemand anders, bijzonder begaafd zijn [uitstek zijn, uitblinken] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
19028 |
uitbrander |
berisping:
berisping (Q202p Eys)
|
een lichte afkeuring als straf [ripplement, rappelement, afkemming, kemming, afleiding, schelles, berisping] [N 85 (1981)]
III-1-4
|