28224 |
cilinderglas |
glas:
gla.s (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Zwartberg, Waterschei])
|
Het cilinderglas van de veiligheidslamp. [N 95, 244; monogr.]
II-5
|
22686 |
circus |
circus:
circus (Q202p Eys),
circustent:
serəkteͅnt (Q202p Eys),
cirque (fr.):
serək (Q202p Eys),
sirk (Q202p Eys)
|
Een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
25000 |
cirkel, kring |
cirkel:
circel (Q202p Eys),
sirrekel (Q202p Eys),
kring:
krink (Q202p Eys),
m.; (van mensen).
kre.ŋk (Q202p Eys),
ring:
rink (Q202p Eys, ...
Q202p Eys),
m.
re.ŋk (Q202p Eys, ...
Q202p Eys)
|
cirkel [SGV (1914)] || de gesloten kromme lijn in een plat vak waarvan de punten alle op eenzelfde afstand liggen van één punt; het ingesloten vlak [kring, ring, cirkel] [N 91 (1982)] || een cirkelvormig voorwerp [ring, kring] [N 91 (1982)] || kring [SGV (1914)]
III-4-4
|
33476 |
cirkelvormig raam |
volle maand:
vǫlǝ mǫnt (Q202p Eys)
|
Een raam in de vorm van een cirkel, meestal aan de stallen. Vanwege de ronde vorm kunnen de benamingen gelijk zijn aan die voor (onbeglaasde) ventilatie-openingen in de muur of in het dak (zie het lemma "rond gat boven in de schuurgevel", 4.2.11). De meeste benamingen betreffen de vorm, sommige ook de functie (belichting en beluchting). [N 4, 52; N 4A, 38b]
I-6
|
24453 |
citroenvlinder |
witte pepel:
witte pie͂pel (Q202p Eys)
|
Hoe noemt u de vlinder waarvan bij het mannetje de vleugels citroengeel zijn en bij het wijfje witachtig groen met een oranje middelpunt (citroentje) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
21957 |
coccidiose |
coccidiose:
cocediose (Q202p Eys),
(v.).
koͅ.ksid‧ōzə (Q202p Eys),
week schijten:
wē.k šī.tə (Q202p Eys),
weke mest maken:
wē.kə meͅ.s mā.kə (Q202p Eys)
|
Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: Coccidiose: een ziekte in de darmen, vooral bij jongen, met als symptomen: diarree, grote dorst en steeds dunnere uitwerpselen. Er kunnen blijvende letsels zoals een krom borstbeen van overblijven. Ook volwas [N 93 (1983)] || Kent U hiervoor een oudere volkse benaming? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24406 |
cocon |
pop:
pop (Q202p Eys, ...
Q202p Eys,
Q202p Eys),
WLD
po.p (v.) (Q202p Eys),
verpopte rups:
WLD
vərpo.p˂də ru.pš (v.) (Q202p Eys)
|
cocon [DC 18 (1950)] || Hoe noemt u een vlinder in omhulsel [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het omhulsel van rupsen als zij zich inpoppen [N 83 (1981)] || pop, coconrups [DC 18 (1950)]
III-4-2
|
28397 |
cokes |
cokes:
kǫ.ks (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Winterslag, Waterschei])
|
Brandbaar produkt dat overblijft wanneer steenkool door droge destillatie van haar vluchtige bestanddelen wordt ontdaan. [N 95, 469]
II-5
|
23939 |
collatie |
collatie (<lat.):
collatie (Q202p Eys)
|
Een licht avondmaal dat is toegestaan op vastendagen, collatie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23628 |
collectant |
collectant (fr.):
collectant (Q202p Eys),
kerkmeester:
kerkmeester (Q202p Eys)
|
Een collectant, de persoon die met de collectezak of -schaal rondgaat [centevenger?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|