27927 |
cric |
cric:
kre.k (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Laura, Julia]),
knar:
kn˙ar (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Werktuig waarmee schuifstijlen onder het dak worden geplaatst. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma Schuifstijl. [N 95, 348; N 95, 760 add.]
II-5
|
20016 |
crocus (crocus vernus l.) |
krokus:
crocus (Q202p Eys)
|
Crocus (crocus vernus). De bloemen zijn paars, geel, wit of gestreept. De bladeren zijn iets korter dan de bloem, donkergroen met een brede witte streep in het midden. Bloemen alleen of bij paren, omgeven door 1 schedeblad, de bloemen en bladeren zijn ing [N 92 (1982)]
III-2-1
|
23416 |
crypte |
crypte (<fr.):
crypte (Q202p Eys)
|
De ruimte, de kelder onder het priesterkoor, vroeger gebruikt als grafkelder [crypte, krocht?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24327 |
daas (tabanidae) |
praam:
praam (Q202p Eys),
WLD
pr‧ām (v.) (Q202p Eys)
|
Hoe noemt u de grote vlieg waarvan verschillende soorten in ons land voorkomen. De wijfjes zuigen bloed bij grote zoogdieren en mensen. De grote soorten steken pijnlijk en achtervolgen mensen en dieren met grote hardnekkigheid (daas, dazerik, dol) [N 83 (1981)]
III-4-2
|
20895 |
dadel |
dadel:
d‧ādəl (Q202p Eys)
|
De vrucht van de dadelpalm (dadel, smeerlap, vijgedaal). [N 82 (1981)]
III-2-3
|
27610 |
dagdienst |
dagschicht:
d˙āxši.x (Q202p Eys
[(Oranje-Nassau I / III / IV)]
)
|
In het algemeen, ook in de Belgische mijnen (Defoin pag. 209), de dienst van 6 uur in de morgen tot 2 uur in de middag. Volgens een informant van Q 121 begon de dagdienst op de Domaniale mijn na de oorlog om 7 uur en eindigde om 3 uur in de middag. De informant van L 417 vermeldt dat deze dienst op de mijnen Zwartberg en Waterschei plaatsvond van 8 uur tot 4 uur in de middag. De dienst werd aangegeven met een bepaald soort penning; zie hiervoor de toelichting bij het lemma Controlepenning. [N 95, 116; monogr.; Vwo 304; Vwo 531; Vwo 532]
II-5
|
23959 |
dagelijkse zonde |
kleine zonde:
kling zung (Q202p Eys)
|
Dagelijkse zonde [leslieje zung]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24898 |
dageraad |
de dag komt in gen lucht:
dər dā.x kø.mt ˂egən lu.ət (Q202p Eys)
|
het aanbreken van de dag [lamieren, krieken] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
24785 |
dagkoekoeksbloem |
bosroosje:
buschruuske (Q202p Eys)
|
Dagkoekoeksbloem (meliandrum rubrum 30 tot 90 cm hoge plant. De plant is tweehuizig en dicht behaard; de bladeren zijn eivormig; de bloemen groeien in losse schermen, de kroonbladeren zijn diep ingesneden en rood van kleur, zelden wit; doosvruchten met [N 92 (1982)]
III-4-3
|
23533 |
dagmissaal |
kerkboek:
kirkbook (Q202p Eys)
|
Een kerkboek met misgebeden voor alle dagen van het kerkelijk jaar [dagmissaal?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|