e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L371a plaats=Geistingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mierenhoop aamzeikselennest: āmzeͅksələneͅst (Geistingen), aamzeikselnest: aomzeikselnest (Geistingen) mierennest [zeekmoejersnest] [N 26 (1964)] III-4-2
mijt afdekken dekken: dękǝ (Geistingen) De korenmijt van een dak voorzien. Zie de toelichting bij het lemma ''buitenstaande korenmijt'' (5.1.18). Bij besteken merkt Goossens in zijn materiaal op: "meer speciaal de grote band om de kop". [N 15, 45a; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4
mijtziekte krabbelziekte: krabǝlzēkdjǝ (Geistingen), mijtziekte: mītzēkdjǝ (Geistingen) Acariose. Ziekte in de luchtwegen, veroorzaakt door de Acarismijt. Deze mijt dringt de luchtwegen van de bij binnen en voedt zich met lichaamssappen. De afscheidingsprodukten van de mijten vergiftigen langzaam de getroffen bij. Door snelle vermenigvuldiging van de mijten verstoppen de luchtbuizen, zodat de bij sterft. Bij sterke aantasting kunnen gehele kolonies bijen aan deze ziekte ten onder gaan. Chemische medicamenten kunnen ter bestrijding toegediend worden. Tot voor kort werd deze ziekte bestreden door het doden van bijenvolken en vervoersverboden door de overheid. [N 63, 71b; N 63, 71a; monogr.] II-6
minnaar bijzit: biezit (Geistingen) minnaar; iemand met wie een vrouw leeft zonder dat ze met elkaar getrouwd zijn [minnaar] [N 115 (2003)] III-2-2
minnares bijzit: biejzit (Geistingen) een concubine, bijzit, bijwijf [N 96D (1989)] III-2-2
mirakel wonder: wónjer (Geistingen) Een wonder [wó.nder, wónger, miraakel]. [N 96D (1989)] III-3-3
mis mis: mes (Geistingen) De Eucharistieviering, de H. Mis [de mis, de mès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
mis met drie heren drieherenmis: driejhieremes (Geistingen) Een plechtige H. Mis waarin een celebrant, een dialen en een subdiaken voorgaan [drieherige mis?]. [N 96B (1989)] III-3-3
mis uit dankbaarheid ter intentie: ter intensiej (Geistingen) Een H. Mis uit dankbaarheid, tot zekere intentie. [N 96B (1989)] III-3-3
mis voor een overledene zielenmis: zielmes (Geistingen) Een mis voor een overledene [zielmis, zielemis, zieledienst, dodenmis, zwarte mis?]. [N 96B (1989)] III-3-3