23790 |
palmprocessie |
palmprocessie (<lat.):
palmpersessiej (L371a Geistingen)
|
De processie die op Palmzondag gehouden wordt, palmprocessie. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23789 |
palmtakje |
palmtakje:
palmtékske (L371a Geistingen)
|
Het palmtakje dat men achter het wijwaterbakje steekt om bij ziekte en onweer wijwater mee te sprenkelen [palemteks-je]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23788 |
palmtakjes plaatsen |
palmpje steken:
pèlmke stèèke (L371a Geistingen)
|
Het gebruik om palmtakjes te plaatsen a. in huis, b. in de stallen en in de schuur, c. in de moestuin, d. op de akkers, e. op het graf van een dierbare overledene [korenpalmen, pejmke sjtèke]. Geef met a, b, c, d, e aan waar. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23786 |
palmwijding |
palmwijding:
palmwiejing (L371a Geistingen)
|
De palmwijding op Palmzondag. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23785 |
palmzondag |
palmzondag:
palmzóndig (L371a Geistingen)
|
De zondag vóór Pasen, Palm-/Palmenzondag. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
20057 |
pantoffeltje |
klompje:
-
klumpkəs (L371a Geistingen)
|
Pantoffeltje (calceolaria officinale). De twee meeldraden zijn beweegbaar, ongeveer als bij salie. Bladeren tegenoverstaand of verspreid, de onderste samengesteld, de bovenste alleen meer of minder ingesneden; de bladrand is dubbel gezaagd. De zwavelgele [DC 60a (1985)]
III-2-1
|
21126 |
papier |
papier:
pepeër verfóémələ (L371a Geistingen)
|
papier frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
23900 |
paradijs |
paradijs:
paredies (L371a Geistingen)
|
Het Paradijs [et paredies]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
18406 |
parfum |
parfum:
parfeum (L371a Geistingen)
|
Parfum. Reukstof in geconcentreerde vorm [parfum, odeur, reuksel] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
23283 |
parochie |
parochie:
perochiej (L371a Geistingen)
|
Een parochie. [N 96D (1989)]
III-3-3
|