e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L371a plaats=Geistingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
raathoning, tafelhoning raathoning: rǭthōneŋ (Geistingen) Blanke honing die in de raat verkocht wordt. [N 63, 115b; monogr.] II-6
rafelen rafelen: raofelen (Geistingen) Rafelen. Aan de rand uiteenvallen in afzonderlijke draden, het loslaten van draden, gezegd van weefsel [rafelen, reffelen, rieffelen, rufelen] [N 114 (2002)] III-1-3
ragebol spinnenjager: speͅnəjēgər (Geistingen) ragebol, bolvormige borstel waarmee spinnewebben worden verwijderd [N 26 (1964)] III-2-1
rammelaar kleutertje: Ouderwets.  kleuterke (Geistingen) Rammelaar. III-3-2
rapen rapen: rōpǝ (Geistingen) De aardappelen oprapen en in een mand bijeen doen, achter de rooiers of achter de rooiende ploeg aanlopend. [N 12, 21; JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 12, 18; A 23, 17d; Lu 1, 17d] I-5
ratel van witte donderdag klep: klep (Geistingen) De ratel die van Witte Donderdag tot aan de zaterdag vóór Pasen in plaats van de altaarschel tijdens de mis wordt gebruikt. [N 96C (1989)] III-3-3
raten inkorten opsnoeien: opsnujǝ (Geistingen) Het opsnoeien van de raten door de imker bij korfteelt. Een drietal keren op verschillende tijden in het jaar moet dit korten van de raten gebeuren om het volk te beteugelen en het zwermen te verhinderen. [N 63, 80a] II-6
ravotten razen: rouzen (Geistingen), rulsen: Rollen zit er wel in.  rölsen (Geistingen), rölsen.: kuiten (Geistingen) Spelen || Wild spelen, zot doen. || Wild te keer gaan, worstelen. III-3-2
recht vooruitstoten met de armen duwen: dowen (Geistingen) Met de armen recht vooruit stoten (stoeken, duwen). [N 109 (2001)] III-1-2
rechtervoorkwartier voorste rechts: vø̄rstǝ rɛxts (Geistingen) Het kwartier van de uier rechts voor. In de vraagstelling stond erbij wat betreft de positie van de kwartieren "van achteren gezien". [N 3A, 116c] I-11