18134 |
snijwonde |
jaap:
#NAME?
jaap (L371a Geistingen),
snee:
sneej (L371a Geistingen)
|
Snijwond: door snijden veroorzaakte wond (snee, krab, krets, vats, sleuf, kreeuw, vil, slip). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
18025 |
snottebel |
snotterbel:
snoterbel (L371a Geistingen)
|
Snottebel (snotkoek, koetneus). [N 109 (2001)]
III-1-2
|
18027 |
snotteren |
neus optrekken:
de naas optrekken (L371a Geistingen)
|
Snotteren: herhaaldelijk en hoorbaar de neus ophalen om deze vrij te maken van neusvocht (snotteren, snutten, snoeven). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
23488 |
soldatenkerkhof |
soldatenkerkhof:
seldaotekirkhof (L371a Geistingen)
|
Een soldatenkerkhof, oorlogskerkhof, militaire begraafplaats, ereveld, engels kerkhof e.d. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
34118 |
soortige koe |
soortige koe:
sǭrtegǝ kǫu̯ (L371a Geistingen)
|
Koe die harmonisch van bouw is. [N 3A, 140]
I-11
|
33224 |
sorteermachine |
aardappelenmolen:
ɛrǝpǝlǝmø̄lǝ (L371a Geistingen)
|
Het toestel bestaande uit enkele schuddende zeven met gaten van verschillende afmetingen waar de aardappelen overheen worden geleid en naar grootte gesorteerd. [N 12, 32]
I-5
|
33222 |
sorteren met de hand |
sorteren:
sǫrtērǝ (L371a Geistingen)
|
Vroeger werden vaak de grote van kleine aardappelen gescheiden bij het rapen zelf op het veld; zie de toelichting bij het lemma Aardappelmand. Tegenwoordig worden de aardappelen op de boerderij gesorteerd; niet meer met de hand maar met een sorteermachine. Zie het lemma Sorteermachine. [N 12, 31; JG 1a, 1b gedeeltelijk, 1c, 2c; monogr.]
I-5
|
33223 |
sorteren met de machine |
sorteren:
sǫrtērǝ (L371a Geistingen)
|
Zie de toelichtingen bij de lemmaɛs Sorteren Met De Hand en Sorteermachine. [N 12, 33]
I-5
|
32750 |
spade, spitschop |
schup:
šø̜p (L371a Geistingen)
|
Een schop met een vlak blad, dat min of meer in het verlengde van de steel geplaatst is. Deze schop wordt gebezigd voor het omspitten van de wendakkerhoeken, een lapje grond, de tuin e.d. Al naar gelang de streek en de ervaring is het blad van de spade hartvormig, trapeziumvormig of rechthoekig. Voor het tweede lid van de varianten van samenstellingen zie men het simplex schup verderop in het lemma. [N 11A, 147; N 18, 1 + 2 + 5 + 14; JG 1a + lb; L 7, 15; L 42, 40; Wi 5; Gwn 8, 2; GV, K 7; monogr.; div.]
I-1
|
33743 |
spanstokje |
draaipaaltje:
dręjpø̜lkǝ (L371a Geistingen)
|
Stok of paaltje in de afrasteringsdraad waarmee men die draad spant. [N 14, 65]
I-8
|