e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L371a plaats=Geistingen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ver uitspringende hielen sabelhakken: sābǝlhakǝn (Geistingen) [N 3A, 144a; monogr.] I-11
verbinden van een wonde verbinden: verbenjen (Geistingen) verbinden: Een wond verbinden (banden, verbinden, zwachtelen). [N 107 (2001)] III-1-2
verdacht rondlopen sluipen: slupen (Geistingen) Rondzwerven met kwaad in zin (sluipen, schuimen, schuupen) [N 108 (2001)] III-1-2
verdrogen verdrogen: vǝrdrȳgǝ (Geistingen) Minder melk gaan geven wegens drachtigheid. [N 3A, 72a] I-11
verdwenen weg: weg (Geistingen) Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig zijn (weg, verdwenen, rits(e), foetsie, voert, voet) [N 108 (2001)] III-1-2
verenigen van zwermen verenigen: vǝręjnegǝ (Geistingen) Wanneer een afgezwermd of afgejaagd volk of een opzetter in de winter te zwak is geworden, wordt dit volk of die opzetter verenigd met andere volken. Ook moet men vaak volken verenigen, wil men op het einde van het bijenjaar zoveel mogelijk nieuwe volken hebben. Bij het verenigen van twee volken moeten zij dezelfde geur krijgen om afstoting en gevechten te vermijden. Hiervoor kan de imker gebruik maken van verschillende technieken. Hij kan de bijen besproeien of besprenkelen met een geurafscheidende vloeistof of met suikerwater, of de bijen beroken. Het urineren in kasten of korven om eenzelfde geur te krijgen is een verouderde methode. De informant van L 271 zegt dat oude imkers vroeger een voor- en nazwerm in een lege korf deden. Dan ging er een doek over. Vervolgens werd de korf beplast, waarna hij geschud werd. Ook Eeckhout (pag. 191) vermeldt dit gebruik voor één plaats (Geraardsbergen), maar zegt dat deze methode zo goed als uitgestorven is. [N 63, 95a, N 63, 95b; N 63, 95c; N 63, 97; monogr.] II-6
verfrommelen verfommelen: verfóémələ (Geistingen) (papier) frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)] III-1-2
vergeet-mij-nietje vergeet-me-nietje: eigenaardig: niet dialektische uitgesproken  vergeetmənietje (Geistingen) vergeet-mij-nietje [DC 60a (1985)] III-4-3
vergiet doorslag: doorslaag (Geistingen) vergiet, doorslag [ZND 45 (1946)] III-2-1
vergiftigen vergeven: vergèven (Geistingen), vergiftigen: vergiftigen (Geistingen) Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 107 (2001)] III-1-2