34131 |
ver uitspringende hielen |
sabelhakken:
sābǝlhakǝn (L371a Geistingen)
|
[N 3A, 144a; monogr.]
I-11
|
18159 |
verbinden van een wonde |
verbinden:
verbenjen (L371a Geistingen)
|
verbinden: Een wond verbinden (banden, verbinden, zwachtelen). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
17932 |
verdacht rondlopen |
sluipen:
slupen (L371a Geistingen)
|
Rondzwerven met kwaad in zin (sluipen, schuimen, schuupen) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
34155 |
verdrogen |
verdrogen:
vǝrdrȳgǝ (L371a Geistingen)
|
Minder melk gaan geven wegens drachtigheid. [N 3A, 72a]
I-11
|
17936 |
verdwenen |
weg:
weg (L371a Geistingen)
|
Weg, verdwenen: niet meer ter plaatse aanwezig zijn (weg, verdwenen, rits(e), foetsie, voert, voet) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
28622 |
verenigen van zwermen |
verenigen:
vǝręjnegǝ (L371a Geistingen)
|
Wanneer een afgezwermd of afgejaagd volk of een opzetter in de winter te zwak is geworden, wordt dit volk of die opzetter verenigd met andere volken. Ook moet men vaak volken verenigen, wil men op het einde van het bijenjaar zoveel mogelijk nieuwe volken hebben. Bij het verenigen van twee volken moeten zij dezelfde geur krijgen om afstoting en gevechten te vermijden. Hiervoor kan de imker gebruik maken van verschillende technieken. Hij kan de bijen besproeien of besprenkelen met een geurafscheidende vloeistof of met suikerwater, of de bijen beroken. Het urineren in kasten of korven om eenzelfde geur te krijgen is een verouderde methode. De informant van L 271 zegt dat oude imkers vroeger een voor- en nazwerm in een lege korf deden. Dan ging er een doek over. Vervolgens werd de korf beplast, waarna hij geschud werd. Ook Eeckhout (pag. 191) vermeldt dit gebruik voor één plaats (Geraardsbergen), maar zegt dat deze methode zo goed als uitgestorven is. [N 63, 95a, N 63, 95b; N 63, 95c; N 63, 97; monogr.]
II-6
|
17924 |
verfrommelen |
verfommelen:
verfóémələ (L371a Geistingen)
|
(papier) frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|
24614 |
vergeet-mij-nietje |
vergeet-me-nietje:
eigenaardig: niet dialektische uitgesproken
vergeetmənietje (L371a Geistingen)
|
vergeet-mij-nietje [DC 60a (1985)]
III-4-3
|
19597 |
vergiet |
doorslag:
doorslaag (L371a Geistingen)
|
vergiet, doorslag [ZND 45 (1946)]
III-2-1
|
18054 |
vergiftigen |
vergeven:
vergèven (L371a Geistingen),
vergiftigen:
vergiftigen (L371a Geistingen)
|
Vergiftigen: door vergif doden (vergeven, vergiftigen). [N 107 (2001)]
III-1-2
|