28630 |
de koningin merken |
merken:
mɛrkǝ (L371a Geistingen)
|
Het duidelijk herkenbaar maken van de koningin door verf, lak, gekleurde plaatjes. Volgens informanten gebruikt men ook Tippex, gekleurd zilverpapier en nagellak. Een goedkoop en uitstekend middel tot herkenning zijn de staniolplaatjes. Men heeft ze in de kleuren rood, groen, zilver en goud. Elk jaar wordt een andere kleur gebruikt. Er zijn kleine nummertjes op gedrukt van 1 tot en met 100. Met kleefstof wordt één zo''n plaatje op het borststuk van de moer bevestigd. Het nummer geeft het individu aan en de kleur de ouderdom (De Roever, pag. 544). [N 63, 102a; N 63, 102b; Ge 37, 166; monogr.]
II-6
|
23687 |
de kruisweg bidden |
de kruisweg beden:
de kruusweeg beeje (L371a Geistingen)
|
De kruisweg bidden (in de vastentijd, op Goede Vrijdag, na n begrafenis) [de kruutswèèg bèèje, de statioeëne beëne?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22538 |
de mei vieren |
mei vieren:
meij veren (L371a Geistingen)
|
de tractatie bij het plaatsen van die tak of vlag [N 112 (2006)]
III-3-2
|
34230 |
de melk inhouden |
opkomen:
ǫpkǫmǝn (L371a Geistingen)
|
Tijdens het melken plotseling geen melk meer geven, gezegd van de koe. [N 3A, 69; monogr.]
I-11
|
34231 |
de melk laten lopen |
goed laten lopen:
gōt lǭtǝ lǫu̯pǝ (L371a Geistingen)
|
De melk uit de spenen laten vloeien. [N 3A, 70]
I-11
|
23260 |
de middag luiden |
middag luiden:
middig (L371a Geistingen)
|
Het angelus luiden rond het middaguur [het luidt......?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23550 |
de mis dienen |
de mis dienen:
mes deene (L371a Geistingen)
|
De mis dienen [diene, de mès deene?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23519 |
de mis doen |
de mis doen:
de mes doon (L371a Geistingen)
|
De mis doen, opdragen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23686 |
de missie preken |
de missie (<fr.) preken:
de missie preke (L371a Geistingen)
|
De missie preken. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
28612 |
de moederkorf afkloppen |
trommelen:
tromǝlǝ (L371a Geistingen)
|
Bij het jagen de onderste korf of moederkorf met beide handen gedurende ongeveer een kwartier van onderen naar boven bekloppen. Zie ook het lemma Jagen. [N 63, 88a; monogr.]
II-6
|