18101 |
eczeem |
eczeem:
eczeem (L371a Geistingen)
|
Eczeem: jeukende huiduitslag met blaren, roodheid, vochtafscheiding, korsten en schilfers (eczeem, uitslag, (haar)worm). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
21313 |
eed |
eed:
eid (L371a Geistingen, ...
L371a Geistingen)
|
eed [ZND 23 (1937)]
III-3-1
|
18116 |
eelt, eeltknobbel |
zwel:
zweel inne henj (L371a Geistingen)
|
Hij heeft eelt in zijn handen (verharding van de huid door het werken met de spade) [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|
23667 |
een aflaat verdienen |
aflaat verdienen:
aaflaot verdeene (L371a Geistingen)
|
Een aflaat verdienen/winnen/bekomen/halen/bidden [ne ablas verdeene?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22483 |
een april |
een april:
1-apr (L371a Geistingen)
|
de dag waarop men lichtgelovige personen om een onzinnige boodschap stuurt (1 april) [N 112 (2006)]
III-3-2
|
23781 |
een askruisje halen |
askruisje halen:
askruuske hoole (L371a Geistingen)
|
Zich met as laten tekenen op Aswoensdag, een askruisje halen. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
28512 |
een baard maken |
baard maken:
bārt mākǝ (L371a Geistingen)
|
Het vormen van een tros bijen rond het vlieggat tegen de ingang en soms aan de randen van de vliegplank. Het is een voorteken tot zwermen. Een splitsing van het volk is op komst. Daarom gaan de werksters alvast bij duizenden rond het vlieggat hangen, poot-in-kaak. Ook tal van haalbijen sluiten zich bij de tros of baard aan, wachtend op het moment van uitzwermen. [N 63, 30a]
II-6
|
20145 |
een blauwtje lopen |
een blauwe oplopen:
ənə blouwə(n) oploupə (L371a Geistingen),
een blauwe scheen krijgen:
ən blauw sjeen krîegə (L371a Geistingen),
een blauwtje opgelopen:
een blauwtje opgelopen (L371a Geistingen),
een blauwtje oplopen:
een blauwtje oplopen (L371a Geistingen)
|
een andere benaming voor: hij heeft een blauwtje gelopen. Als een jongen door een meisje wordt afgewezen zegt men wel: --. Kent u voor dit feit in uw dialect een andere uitdrukking? (bv. hij heeft een blonde gelopen, een blauwe scheen krijgen, enz) [DC 52 (1977)]
III-2-2
|
23950 |
een gelofte doen |
gelofte doen:
gelofte doon (L371a Geistingen)
|
Een gelofte doen, afleggen bijv. om op bedevaart te gaan [gelaove, jelobe]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
28628 |
een koningin opzetten |
hermoeren:
hɛrmōrǝ (L371a Geistingen)
|
Een moerloos volk een koningin geven. [N 63, 100c; monogr.]
II-6
|