19381 |
gewelf |
gewelf:
gewölf (L371a Geistingen)
|
Het gewelf [zwerk, verwulf, verwölf?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23377 |
gewelfschildering |
muurschildering:
moorsjildering (L371a Geistingen)
|
Een gewelfschildering, muurschildering. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23987 |
geweten |
geweten:
geweite (L371a Geistingen)
|
Het geweten [et jewisse]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
17588 |
gezicht |
gezicht:
bleik gezicht (L371a Geistingen),
gezicht (L371a Geistingen),
gèl gəzicht (L371a Geistingen)
|
hij heeft een flets gezicht (bleekgeel, ziekelijk) [ZND 23 (1937)] || viel hij maar eens op zijn gezicht [ZND 08 (1925)]
III-1-1
|
17589 |
gezicht (spotnamen) |
muil:
moel (L371a Geistingen),
smoel:
smoel (L371a Geistingen)
|
Spotbenamingen voor het gezicht [N 109 (2001)] || viel hij maar eens op zijn gezicht [ZND 08 (1925)]
III-1-1
|
20327 |
gezin |
huishouden:
hoeshòjen (L371a Geistingen)
|
man, vrouw en kinderen bij elkaar, het gezin [volk, huishouden, kot] [N 115 (2003)]
III-2-2
|
17970 |
gezond |
gezond zijn:
gezônd (L371a Geistingen)
|
Gezond (zijn): niet ziek (gezond, goed, uver, gaaf, krek). [N 107 (2001)]
III-1-2
|
32865 |
gezwad, regel gemaaid gras |
gezwad:
gǝzwōǝt (L371a Geistingen
[(betekent ook 'zwad')]
)
|
De in dit lemma opgenomen woorden zijn van toepassing op de regel afgemaaid gras zoals een maaier die al voortgaande aan zijn linkerzijde vormt. Zie de toelichting bij het voorgaande lemma. = Bij de plaatscode duidt op gelijkheid van de benamingen voor zwad en gezwad in deze plaats; zie ook de kaart. [N 14, 93; JG 1a, 1b, 2c; A 16, 1b; A 4, 28 add.; A 23, 16 add.; L 8, 137; L 20, 28 add.; S 47; Gwn 7, 9; Lu 1, 16 II add.; monogr.]
I-3
|
18038 |
gezwel |
gezwel:
Nieuw.
gezwel (L371a Geistingen),
knobbel:
knobbel (L371a Geistingen),
knop:
Oud.
knop (L371a Geistingen)
|
Gezwel (knobbel, knop, zweer). [N 109 (2001)]
III-1-2
|
21325 |
gierigaard |
beest:
bi[e}st (L371a Geistingen),
gierlap:
geerlap (L371a Geistingen),
varken:
verkə (L371a Geistingen)
|
gierigaard [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|