22756 |
ijsbaan |
sleurbaan:
Sub sleure: glijbaantje spelen op het ijs.
sleurbaan (L371a Geistingen)
|
[Glijbaan op het ijs].
III-3-2
|
23827 |
ijsheiligen |
ijsheiligen:
iesheilige (L371a Geistingen)
|
12-14 mei, de ijsheiligen [ieshillieje]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
33420 |
ijzeren deurtje voor het ovengat |
ovendeurtje:
[oven]dø̄rkǝ (L371a Geistingen)
|
Het ijzeren deurtje waarmee het ovengat afgesloten wordt. Vergelijk het lemma "ovendeur" in aflevering II.1, pag. 71. Vroeger gebruikte men ter afslsuiting van de oven soms een lemen bal, die schotel genoemd werd. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (oven-) het lemma "bakoven" (3.1.3). [N 5A, 25b]
I-6
|
32907 |
ijzeren gaffel, oogstgaffel |
gaffel:
gafǝl (L371a Geistingen)
|
Twee- of drietandige ijzeren vork, met lange, enigszins gebogen tanden en een lange houten steel, gebruikt om hooi of korenschoven op te steken en op de wagen te laden. Zie afbeelding 10, b. Voor het voorkomen van de term riek en van varianten van het type gāfel, zie de toelichting bij het lemma ''houten gaffel''. Voor de fonetische documentatie van het woorddel (hooi) zie het lemma ''hooi''.' [N 18, 27; JG 1a, 1b; A 28, 2; L 1 a-m; L 16, 18a; L B2, 241; Lu 6, 2; S 9; Wi 3; Av 1 III 5a, b; monogr.]
I-3
|
17846 |
in beweging komen |
aan de gang komen:
aande gang kommen (L371a Geistingen)
|
In beweging komen (op gang komen, (zich) roeren, bewegen) [N 108 (2001)]
III-1-2
|
20442 |
in de doodskist leggen |
kisten:
kisten (L371a Geistingen)
|
een dode in de doodskist leggen [lichteren, kisten] [N 115 (2003)]
III-2-2
|
28477 |
in de pap liggen |
in de pap liggen:
en dǝ pap legǝ (L371a Geistingen),
ingegoten zijn:
engegōtǝ zēn (L371a Geistingen)
|
Eitjes en larven worden door de werkbijen in een pap van stuifmeel, honing en water gelegd. Hierin gedijen ze zeer snel. Men zegt dan "de larven liggen in de pap, in de melk". De cellen zijn dan nog niet verzegeld. [N 63, 22c]
II-6
|
20252 |
in verwachting zijn |
groot gaan:
nog alleen door ouderen gebruikt
groot gaan (L371a Geistingen)
|
Zwanger zijn: een kind dragen, zwanger zijn (staan, met een dik lijf lopen, inkopen, groot gaan, geladen). [N 115 (2003)]
III-2-2
|
28522 |
inballen |
inballen:
enbalǝ (L371a Geistingen)
|
Het insluiten van de koningin door de werksters. Dit gebeurt meestal ter bescherming, maar overbodige koninginnen kunnen door dit inballen ook gedood worden. [N 63, 36a]
II-6
|
28476 |
ingelegd |
ingelegd:
engǝlaxt (L371a Geistingen)
|
Gezegd van een moerdop of van een cel, wanneer er door de koningin een eitje in is gelegd. [N 63, 22a; N 63, 21a; N 63, 18; Ge 37, 69]
II-6
|