e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geistingen

Overzicht

Gevonden: 2251
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
eczeem eczeem: eczeem (Geistingen) Eczeem: jeukende huiduitslag met blaren, roodheid, vochtafscheiding, korsten en schilfers (eczeem, uitslag, (haar)worm). [N 107 (2001)] III-1-2
eed eed: eid (Geistingen, ... ) eed [ZND 23 (1937)] III-3-1
eelt, eeltknobbel zwel: zweel inne henj (Geistingen) Hij heeft eelt in zijn handen (verharding van de huid door het werken met de spade) [ZND 35 (1941)] III-1-2
een aflaat verdienen aflaat verdienen: aaflaot verdeene (Geistingen) Een aflaat verdienen/winnen/bekomen/halen/bidden [ne ablas verdeene?]. [N 96B (1989)] III-3-3
een april een april: 1-apr (Geistingen) de dag waarop men lichtgelovige personen om een onzinnige boodschap stuurt (1 april) [N 112 (2006)] III-3-2
een askruisje halen askruisje halen: askruuske hoole (Geistingen) Zich met as laten tekenen op Aswoensdag, een askruisje halen. [N 96C (1989)] III-3-3
een baard maken baard maken: bārt mākǝ (Geistingen) Het vormen van een tros bijen rond het vlieggat tegen de ingang en soms aan de randen van de vliegplank. Het is een voorteken tot zwermen. Een splitsing van het volk is op komst. Daarom gaan de werksters alvast bij duizenden rond het vlieggat hangen, poot-in-kaak. Ook tal van haalbijen sluiten zich bij de tros of baard aan, wachtend op het moment van uitzwermen. [N 63, 30a] II-6
een blauwtje lopen een blauwe oplopen: ənə blouwə(n) oploupə (Geistingen), een blauwe scheen krijgen: ən blauw sjeen krîegə (Geistingen), een blauwtje opgelopen: een blauwtje opgelopen (Geistingen), een blauwtje oplopen: een blauwtje oplopen (Geistingen) een andere benaming voor: hij heeft een blauwtje gelopen. Als een jongen door een meisje wordt afgewezen zegt men wel: --. Kent u voor dit feit in uw dialect een andere uitdrukking? (bv. hij heeft een blonde gelopen, een blauwe scheen krijgen, enz) [DC 52 (1977)] III-2-2
een gelofte doen gelofte doen: gelofte doon (Geistingen) Een gelofte doen, afleggen bijv. om op bedevaart te gaan [gelaove, jelobe]. [N 96D (1989)] III-3-3
een koningin opzetten hermoeren: hɛrmōrǝ (Geistingen) Een moerloos volk een koningin geven. [N 63, 100c; monogr.] II-6