20466 |
lijkwagen |
lijkwagel:
liekwaagel (Q021p Geleen)
|
de lijkwagen [doeëdewaan] [N 96D (1989)]
III-2-2
|
22329 |
lijn waar het spel begint |
streep:
sjtraep (Q021p Geleen)
|
De lijn waar bepaalde spelen beginnen [meet, mark, schreef, schram, erke, aanbrak, ambrok, lambrak, doodmeet]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
33273 |
lijnzaad, vlaszaad |
lijzend:
lēzǝt (Q021p Geleen)
|
Linum usitatissimum L. Lijnzaad is de gebruikelijke naam voor het zaad van de vlasplant en, in verband met de olieproduktie, ook voor het gewas. Zie paragraaf 4.2 en in het bijzonder het lemma Vlas. Uit de gerepelde en gedorste zaadbollen wordt olie geslagen, de lijnolie; de overblijvende pulp is een gezocht veevoer. De vormen die hier zijn samengebracht onder de typen lijzend en lijzens zijn te beschouwen als varianten van lijzaad, met een bijzondere verzwaring van het eerste lid. Ze zijn als afzonderlijke typen behandeld vanwege de samenstellingen in dit lemma en in de volgende lemmaɛs. [S 22; Wi 18; monogr.; add. uit JG 1b; L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59; RND 31]
I-5
|
21098 |
lijnzaadmeel |
lijzatemeel:
lēzǫtǝmɛ̄ǝl (Q021p Geleen)
|
De gedroogde pulp die overblijft na het slaan van de olie uit het lijnzaad. Het meel wordt als veevoeder gebruikt. Indien in samenstellingen met lijnzaad- dit woorddeel onverkort is gebleven en gelijk aan de opgave voor lijnzaad in dat lemma, dan is hier naar de variant van het lemma Lijnzaad, Vlaszaad verwezen. Voor de typen lijzend en lijzens naast lijzaad zie de toelichting bij het lemma Lijnzaad, Vlaszaad. [monogr.; add. uit L 1 a-m; L 1 u, 149; L 42, 59; RND 31]
I-5
|
21987 |
lijst met deelnemende duiven |
poulebrief:
poelbreef (Q021p Geleen),
poulelijst:
poellies (Q021p Geleen)
|
de lijst waarop elke liefhebber zijn deelnemende duiven laat inschrijven? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24567 |
lijsterbes |
lijsterbes:
-
lijsterbes (Q021p Geleen),
wilde kers:
-
wilj keesj (Q021p Geleen)
|
lijsterbes (Sorbus aucuparia) [DC 26 (1954)]
III-4-3
|
20492 |
likken |
lekken:
lèkke (Q021p Geleen),
lèkkə (Q021p Geleen),
lotsen:
lótsje (Q021p Geleen)
|
likken; Hoe noemt U: Met de tong over iets heen en weer gaan om zo het voedsel op te nemen (likken, lekken, leppen) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
20725 |
limburgse kaas |
stinkkaas:
Syst. WBD
sjtinkkîês (Q021p Geleen)
|
Limburgse kaas, Hervese kaas (stinkkaas, rommedoe?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20904 |
limonade |
limonade:
limonade (Q021p Geleen)
|
limonade door een rietje zuigen [DC 35 (1963)]
III-2-3
|
24821 |
lindeblad |
lindeblad:
linjeblad (Q021p Geleen)
|
lindeblad [SGV (1914)]
III-4-3
|