24994 |
sprenkelen |
sprinkelen:
sjprinkele (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen)
|
druppelsgewijze uitstrooien, uitgieten [spuiten, sprenkelen, sprengen] [N 91 (1982)]
III-4-4
|
23602 |
sprenkelen met de wijwaterkwast |
zengening:
zaengening (Q021p Geleen)
|
Met de wijwaterskwast sprenkelend door de kerk gaan, de besprenkeling met wijwater aan het begin van de hoogmis. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
27839 |
springstof |
geschot:
gǝšǫs (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]),
munitie:
mǝnysi (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
Ontplofbare stof die wordt gebruikt voor het schieten. De springstoffen worden verdeeld in drie klassen: dynamiet, brisante springstoffen en S.G.P. springstoffen (Defoin pag. 138). Zie ook de semantische toelichting bij het lemma Veiligheidsspringstof. Wat betreft het woordtype "poeder", deze term was oorspronkelijk van toepassing op springstof die niet in patronen verpakt werd. Deze wordt nu haast niet meer gebruikt maar de benaming is blijven bestaan voor springstof in het algemeen. [N 95, 419; N 95, 420; monogr.; Vwo 609]
II-5
|
24382 |
sprinkhaan |
sprinkhaan:
sjprenkhaan (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen)
|
sprinkhaan [DC 07 (1939)]
III-4-2
|
17591 |
sproeten |
sproetelen:
sjprootele (Q021p Geleen),
sjprōētele (Q021p Geleen),
sproeten:
sproete (Q021p Geleen)
|
sproet(en) [SGV (1914)] || sproet, sproeten [sproewtels] [N 10 (1961)]
III-1-1
|
17915 |
sprokkelen |
(hout) rapen:
hout rààpe (Q021p Geleen),
sprokkelen:
sjprökkele (Q021p Geleen),
zomeren:
zeumere (Q021p Geleen)
|
Sprokkelen: gevallen, dor hout zoeken (sprokkelen, stekkeren). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
27900 |
sprong |
sprong:
šproŋk (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
Aantal centimeters dat een stijl uit het lood staat. [N 95, 294; monogr.]
II-5
|
21545 |
sprookje |
sprookje:
sjpreukske (Q021p Geleen),
vertelseltje:
e vertĕlselke (Q021p Geleen)
|
een kindervertelsel [spruik] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
24516 |
spruiten, uitbotten |
scheuten (krijgen):
eigen spellingsysteem
sjeut kriege (Q021p Geleen),
spruiten:
sprōēten (Q021p Geleen),
uitlopen:
WLD
ōētlauwpe (Q021p Geleen)
|
Uitlopers krijgen, loten vormen, gezegd van planten, bomen (spruiten, uitbotten). [N 82 (1981)]
III-4-3
|
33637 |
spruitkool, spruitje |
spruiten:
sjproete (Q021p Geleen)
|
spruiten [SGV (1914)]
I-7
|