18925 |
uitstellen |
opschuiven:
opsjuve (Q021p Geleen),
uitstellen:
ōētsjtĕlle (Q021p Geleen)
|
iets niet op het daarop vastgestelde tijdstip verrichten maar het naar een later tijdstip verschuiven [uitstellen, trekken, vertrekken, verstrekken, nazien] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
28174 |
uittrekkende schacht, uitstromingsschacht |
uittrekkende schacht:
ūttrɛkǝndǝ [schacht] (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Emma])
|
De schacht waarlangs de verbruikte lucht het ondergronds gedeelte van de mijn verlaat. Zie ook de semantische toelichting bij de lemmata Intrekkende Schacht en Luchtstroom. De fonetische documentatie van het woord (schacht) vindt men in het lemma Schacht. [N 95, 206; monogr.]
II-5
|
18891 |
uitvlucht |
uitvlucht:
oetvluchte (Q021p Geleen),
uitweg:
oetwaeg (Q021p Geleen)
|
wat men aanvoert om iets niet te hoeven doen [uitvlucht, uitvluchtsel, uitmaak, uitmaaksel, flauws, zoeking] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
17705 |
uitwerpselen |
keutel:
keutel (Q021p Geleen)
|
uitwerpselen [N 10c (1995)]
III-1-1
|
34144 |
uitwerpselen van koeien |
flat:
flat (Q021p Geleen),
(mv)
flatǝrǝ (Q021p Geleen),
koestront:
kōštront (Q021p Geleen)
|
[N M, 8a; A 9, 24a; JG 1a, 1b; N 11A, 40a; monogr.; add. uit N 5A (I]
I-11
|
27762 |
uitzetten |
uitzetten:
ūtzɛtǝ (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Emma])
|
In het ondergrondse gedeelte van de mijn de plaats aangeven waar een nieuwe verdieping, steengang, galerij, enz. moet worden aangelegd. [N 95,382; N 95,174; monogr.]
II-5
|
21387 |
unster |
ponder:
punjere (Q021p Geleen)
|
unster (balans) [SGV (1914)]
III-3-1
|
17699 |
urine |
pis:
pis (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen),
zeik:
zęi̯k (Q021p Geleen)
|
urine [N 10c (1995)] || urine van een mens [N 38 (1971)] || Vloeibare ontlasting van vee. [N 38, 18d; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11, III-1-1
|
17700 |
urineren |
pissen:
pisse (Q021p Geleen),
pissen (Q021p Geleen),
zeiken:
zęi̯kǝ (Q021p Geleen)
|
urineren [N 10c (1995)] || urineren van een mens [N 38 (1971)] || Vloeibare ontlasting hebben, gezegd van vee. [N 38, 18b; JG 1a, 1b; monogr.]
I-11, III-1-1
|
24090 |
ursuline |
ursuline:
urselien (Q021p Geleen)
|
Een Ursulin [Ursulien]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|