e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q021p plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vrijgezel jonggezel: jŏnggezĕl (Geleen), vrijgezel: vriegezel (Geleen) vrijgezel; ongehuwde man [patriara, wicht, vrijgezel] [N 86 (1981)] III-2-2
vrijschop vrije schop: vrieësjop (Geleen) Strafschop. [DC 49 (1974)] III-3-2
vroedvrouw wijsvrouw: wiesvrouw (Geleen), wīs˃vroͅu̯ (Geleen) hoe heet de baker of vroedvrouw? [DC 05 (1937)] || vroedvrouw; (gediplomeerde) vrouw die helpt bij bevalling [DC 12a (1943)] III-2-2
vroegmis vroegmis: vreugmès (Geleen), vrø.məs (Geleen) De vroegmis [vreugmès, vreumes, vroemes?]. [N 96B (1989)] || vroegmis [RND] III-3-3
vrolijk blij: blie zeen (Geleen), goede zin: gooi zin (Geleen), opgeruimd: opgeruumd (Geleen) een opgeruimde, lichte, blijde stemming hebbend [vrolijk, herpsat, leutig] [N 85 (1981)] || vrolijk zijn aan maaltijden e.d. [doven] [N 85 (1981)] III-1-4
vrouw vrouw: vro.uw (Geleen), vroͅuw (Geleen) vrouw [RND], [RND] III-3-1
vrouw in het kaartspel dame: dam (Geleen, ... ) En hoe [noemt u van het kaarspel] de [verschillende] plaatjes? - III. Vrouw. [DC 52 (1977)] III-3-2
vrouw, vrouwspersoon vrouw: vroͅu̯ (Geleen) vrouw; (bestaat er een afzonderlijk woord voor vrouw in de beteekenis van echtgenoote?) [DC 05 (1937)] III-2-2
vrouwelijk geslachtsdeel pruim: Gewoon.  proem (Geleen), Schertsend.  proem (Geleen), rest: Gemeen.  rest (Geleen), schee: Schertsend.  sjei (Geleen), snee: Schertsend.  sjnee (Geleen) [N 10c (1995)] III-1-1
vrouwelijk jong van de geit germpje: germkǝ (Geleen) [N 19, 71c; N 19, 71a; N 77, 77; N 77, 75; Vld.; A 9, 21; N C, Q 111 add.] I-12