e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q021p plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wasserij wasserij: wɛšǝri (Geleen  [(Maurits)]   [Emma]) Plaats waar de kolen gewassen worden. Het wasproces heeft tot doel de stenen van de kolen te scheiden. [N 95, 13; Vwo 472; Vwo 851; Vwo 852; monogr.] II-5
wastafeltje in de sacristie kraantje: kraenke (Geleen) Het wastafeltje of fonteintje in de sacristie, lavabo. [N 96A (1989)] III-3-3
waterdoorbraak waterdoorbraak: wātǝrdōrbrāk (Geleen  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Doorbraak van water in bijvoorbeeld een mijngang. [N 95, 893; monogr.] II-5
watergalerij watergalerij: wātǝrgalǝri (Geleen  [(Maurits)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) Galerij die alleen dient voor het verzamelen, volgens de invuller uit Q 113 daarnaast ook voor de afvoer van mijnwater als uitbreiding van de schachtput (zie ook het lemma Schachtput). [N 95, 378; monogr.] II-5
watergoot zouw: saw (Geleen  [(Maurits)]   [Winterslag, Waterschei]) Open watergoot die beneden langs de zijwand van de steengang of galerij loopt. De goot ligt lager dan de rest van de vloer van de gang en wordt meteen bij het drijven ervan meegeschoten. [N 95, 787; N 95, 790; monogr.] II-5
waterhoen modderkuiken: mòdderkuke (Geleen) waterhoen (33 rode bles en wit onder de staart, die vaak wordt opgewipt; algemeen [N 09 (1961)] III-4-1
waterige kost drab: dràb (Geleen), prats: prátsj (Geleen), slaris: sjlaris (Geleen) slobber; Hoe noemt U: Waterachtig voedsel (zwans, zwadder, zwadderatie, slidder, slierp, slobber, slobbering) [N 80 (1980)] III-2-3
waterloot diefje: eigen spellingsysteem  deefke (Geleen) Een tak die ontstaat op de stam (dief, waterlot). [N 82 (1981)] III-4-3
waterpokken waterpokken: waaterpókke (Geleen), waterpŏkke (Geleen) Waterpokken: besmettelijke ziekte waarbij rode vlekjes op de huid ontstaan die in blaartjes overgaan (windpokken, wijnpokken, respok). [N 84 (1981)] III-1-2
waterput pompeput: pompəpøͅt (Geleen), put: pøt (Geleen), pøͅt (Geleen, ... ) [DC 21 (1952)] [DC 21 (1952)] [RND 08] I-7