17597 |
wenkbrauw |
brauw:
braë (Q021p Geleen),
oogsbrauw:
augsbrao (Q021p Geleen),
ougsbroa (Q021p Geleen)
|
wenkbrauw [DC 01 (1931)], [SGV (1914)]
III-1-1
|
22018 |
wennen aan een ander hok |
overwennen:
euverwinne (Q021p Geleen),
wennen:
wènne (Q021p Geleen)
|
Hoe zegt men / hoe noemt men in Uw dialect: het wennen aan hok en omgeving van een duif die naar een ander hok verhuist [N 93 (1983)]
III-3-2
|
27774 |
wentelkoker |
wentelkoker:
wentelkoker (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
Verticale cylindrische buis met spiraalvormige platen. De wentelkoker wordt gebruikt voor het vervoer van kolen en stenen van boven naar beneden in op- en neerbraken en tussenschachten. De invuller uit Q 15 merkt daarover voor de mijn Maurits op dat de kolen of stenen die boven in de wentelkoker werden gestort, er onder met dezelfde snelheid weer uitkwamen. [N 95, 838; monogr.; Vwo 213; Vwo 725; Vwo 833; Vwo 858]
II-5
|
24071 |
wereldgeestelijke |
wereldgeestelijke:
waereld geiselik (Q021p Geleen)
|
Een wereldgeestelijke, priester van een bisdom. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19131 |
werk |
werk:
wɛrk (Q021p Geleen)
|
De korte vezels die in de hekel achterblijven bij het uithekelen, waarbij men de lange hennep in de hand overhoudt. Volgens de informant van L 265c is rap afval bij grof hekelen. Dit afval wordt wel bij het stofferen van meubels gebruikt als opvulsel. Dezelfde informant vermeldt dat werk het afval is bij het fijne hekelen. Van dit ø̄fijneø̄ afval kan men linnen maken. [N 48, 25b; N 48, 25c; N 48, 25d; S 13; N 34, C 2 add.; monogr.]
II-7
|
21485 |
werk (zn) |
werk:
wirk (Q021p Geleen)
|
werk; ben je klaar met je -? [DC 03 (1934)]
III-3-1
|
21484 |
werk (zn.) |
werk:
werk (Q021p Geleen)
|
werk (zn.): (Ik gebruik de auto niet veel). Ik voel me het lekkerste als ik geregeld naar mijn - loop. [DC 39 (1965)]
III-3-1
|
18115 |
werkblaar |
pitsblaar:
Met bloed.
pietsjblaor (Q021p Geleen)
|
Blaar: blaasachtige opzetting van de huid (blaar, blein). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18597 |
werkdaagse jas |
werkeldaagse jas:
werkeldaagsche jas (Q021p Geleen)
|
werkdagen (mv.) [een jas voor de - ] [SGV (1914)]
III-1-3
|
21486 |
werkdag |
werkeldag:
werkeldaagsche jas (Q021p Geleen)
|
werkdagen (mv.) [een jas voor de - ] [SGV (1914)]
III-3-1
|