33451 |
deurtje in een poortvleugel |
poortje:
pø̜̄rtjǝ (Q021p Geleen)
|
Om aan personen toegang te verlenen en om dan niet de gehele vleugel te moeten openen is er in een poortvleugel vaak een deurtje, dat meestal niet tot beneden reikt, waardoor men echt binnen moet stappen. Vaak is het zo klein dat men slechts in gebukte houding er door kan. Meestal is de poortvleugel niet gehalveerd. Door de functionele overeenkomst zijn de benamingen soms ook in gebruik voor het onderste deel van een gehalveerde poortvleugel (zie het lemma "onderdeur", 4.1.9). Doorgaans is uit de benamingen voor dergelijke deurtjes in de poorten van schuur en stal op te maken waar ze zich bevinden. Toegevoegd zijn ook de enkele aparte benamingen voor de toegangsdeur náást de poort. Zie ook afbeelding 18.f bij het lemma "poort" (4.1.1). [N 4A, 42b; N 4, 38; JG 1a en 1b; monogr.; add. uit N 5A, 77d]
I-6
|
21493 |
deurwaarder |
deurwaarder:
deurwaarder (Q021p Geleen)
|
de ambtenaar bij de rechtbank die belast is met de dienst op de terechtzittingen, het doen van aanzeggingen [bijv. van belastingschuld enz. [vorster, deurwaarder] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
22378 |
diabolo |
diabolo:
diabolo (Q021p Geleen)
|
Het speelgoed, bestaande uit een dubbele blikken kegel die men al draaiende op een koordje in evenwicht houdt, in de hoogte werpt en weer opvangt met dit koord of elkaar toewerpt en weer op een koordje opvangt [diabolo, diavolo]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
18035 |
diarree |
afgang:
i.e. diarree.
aafgank (Q021p Geleen),
dunne, de -:
dunne (Q021p Geleen),
gauwe, de -:
de gawe (Q021p Geleen),
schijt:
sjiet (Q021p Geleen),
vlotte, de -:
de flotte (Q021p Geleen)
|
Diarree, buikloop (dunne, pruts). [N 84 (1981)] || ontlasting hebben [afgon, leutere, driete, zijn gevoeg doen] [N 10c (1995)]
III-1-2
|
27969 |
dichtgroeien |
duwen:
dyjǝ (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Domaniale])
|
Gezegd van een mijngang die door de druk op het gesteente langzaam wordt toegedrukt. [N 95, 385; N 95, 386; monogr.]
II-5
|
21310 |
dief |
dief:
deef (Q021p Geleen)
|
dief [SGV (1914)]
III-3-1
|
19807 |
dienblad |
dienblad:
dēnblat (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen),
dēnblāt (Q021p Geleen),
schenkblad:
šɛŋk˂blat (Q021p Geleen),
šɛŋk˂blāt (Q021p Geleen)
|
dienblad [DC 27 (1955)], [DC 27 (1955)]
III-2-1
|
19080 |
dienst |
dienst:
deenst (Q021p Geleen)
|
dienst [SGV (1914)]
III-1-4
|
21753 |
dienstplicht doen |
in dienst zijn:
in deens zeen (Q021p Geleen)
|
zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
21756 |
dienstplicht moeten doen |
opmoeten:
opmòtte (Q021p Geleen)
|
zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)]
III-3-1
|