27800 |
een krijtstreep trekken |
richting aangeven:
rexteŋ āngę̄vǝ (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Domaniale])
|
De richting in een mijngang werd op de kap aangegeven door het maken van een ±1 cm brede krijtstreep. De plaats waar deze krijtstreep moest worden gemaakt, was aangegeven op de uitbouwschets. Belangrijk was dat de krijtstreep haaks op de voet van de kap werd aangebracht. Nooit mocht men kappen op het oog in de richting leggen (MBK II pag. 42). [N 95, 855]
II-5
|
23755 |
een kruisje geven |
een kruisje geven:
krutske gaeve (Q021p Geleen)
|
Een kind voor het slapen gaan met de duim een kruisje geven op het voorhoofd. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23707 |
een kruisje op het brood maken |
een kruisje maken:
krutske maake (Q021p Geleen)
|
Het gebruik om een brood met het mes te bekruisen, voordat men het aansnijdt; men maakte met het broodmes een kruisje aan de onderkant van het brood [n kruuske ónder de mik maake?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23706 |
een kruisteken maken |
n kruus maake:
è kruuts sjlaon (Q021p Geleen)
|
Een kruisteken maken/slaan, zich bekruisen, zich zegenen [zich bekruuse [N 96B (1989)]
III-3-3
|
17887 |
een kuil graven |
dabben:
dappe (Q021p Geleen),
#NAME?
dabbe (Q021p Geleen),
een kuil maken:
n kōēl mààke (Q021p Geleen)
|
kuil, Een ~ maken (dappen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
19216 |
een lelijk gezicht trekken |
(een) lelijke snuit trekken:
n lèlikke snoet trekke (Q021p Geleen),
een nut gezicht snijden:
n nöt gezich sjnieë (Q021p Geleen)
|
grijnzen, een lelijk gezicht trekken [greeze, nen toot zette, snuit trekke, grimas maken] [N 10 (1961)]
III-1-4
|
22474 |
een list gebruiken |
foetelen:
foetele (Q021p Geleen)
|
Een list gebruiken bij het kaarten [finten]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
20178 |
een miskraam krijgen |
een miskraam krijgen:
ene miskraom kriege (Q021p Geleen)
|
miskraam, Een ~ krijgen (opslagen, omslaan). [N 84 (1981)]
III-2-2
|
28352 |
een motorgat maken |
(een) motorkamer stokken:
mōtǝrkāmǝr štǫkǝn (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina])
|
Een gleuf in de vloer of in de wand van een mijngang maken die groot genoeg is om er de motor van een schudgoot in te kunnen plaatsen; bij uitbreiding ook het plaatsen van de schudgootmotor in de betreffende gleuf. Zie ook het lemma Gleuf Voor Schudgootmotor. [N 95, 628]
II-5
|
17875 |
een pak slaag geven |
aframmelen:
aaframmele (Q021p Geleen),
de vijf geboden laten voelen:
de vief gebaoje laote veule (Q021p Geleen)
|
Pak slaag (tek, travans, streep, smeer, batter, roefel, kiffel, pek). [N 84 (1981)] || pak slaag geven (batteren, foeksen, foempen, juinen, kletsen, naaien, peren, rossen, smeren, vegen). [N 84 (1981)]
III-1-2
|