e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
feestdag van sint-maarten sint-maarten: st maerte (Geleen) 11 november, H. Martinus, St. Maarten, St. Marten, St. Marte. [N 96C (1989)] III-3-3
feestdag van sint-marcus sint-marcus: st markes (Geleen) 25 april, St. Marcus. [N 96C (1989)] III-3-3
feestdag van sint-michiel michiel: mechiel (Geleen) 8 mei, H. Michael [Michiel]. [N 96C (1989)] III-3-3
feestdag van sint-petrus en sint-paulus peter en paul: peëter en paul (Geleen) 29 juni, de H. Petrus en Paulus [Peterumpaul, peter en paul]. [N 96C (1989)] III-3-3
feestdag van sint-servatius servaas: sèrvaos (Geleen) 13 mei, de H. Servatius [Sintervaos]. [N 96C (1989)] III-3-3
feesten feestvieren: feejs viere (Geleen) Een feest vieren [feesten, vieren, kermissen, fêteren]. [N 88 (1982)] III-3-2
feestpredicatie feestpreek: feëspraek (Geleen) Een feestpredikatie. [N 96B (1989)] III-3-3
fiets fiets: fits (Geleen) fiets: Mn - is stuk, ik moet lopen [DC 35 (1963)] III-3-1
fietsen fietsen: fitse (Geleen, ... ), fitsen (Geleen) op een fiets rijden [fietsen, wieleren] [N 90 (1982)] III-3-1
fijt fijt: fiet (Geleen), fīēt (Geleen), viet (Geleen) nagelontsteking: De ontsteking van a) heeft ook het beenvlees van een vingerkootje aangetast; fijt (zwart, daal, vijt, fijt, fijk, fiek). [N 84 (1981)] III-1-2