23644 |
altaarbel |
altaarschel:
altaarsjel (Q021p Geleen)
|
De 3 of 4 belletjes omvattende bel/schel, die door de misdinaar bediend wordt [schel, sjel?] . [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23432 |
altaarretabel |
drieluik:
drie-loek (Q021p Geleen)
|
Een altaarretabel, -triptiek, -drieluik. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23753 |
alziend oog |
oogplaat:
ougplaat (Q021p Geleen)
|
Een ingelijste plaat waarop een groot oog in een driehoek is afgebeeld, met daarbij de tekst: God ziet mij. Hier vloekt men niet. (Godsoog, Alziend Oog, Christusoog?). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
27698 |
ambtenaar |
beambte:
beambte (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV])
|
Het algemene woord voor de ambtenaar op de mijn. Een woordtype als "pennelekker" is echter spottend bedoeld. Een schrijver zit op kantoor. [N 95, 140; monogr.]
II-5
|
23441 |
ampullen |
ampullen (<lat.):
ampölle (Q021p Geleen)
|
Het water- en het wijnkannetje die in de mis gebruikt worden, ampullen [pölle?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22030 |
andere benamingen voor de kleuren van het vederkleed |
bles:
Opm. v.d. invuller: witte plek voor kop.
blès (Q021p Geleen),
schalie:
Opm. v.d. invuller: donker grijs met zwart.
schaalie (Q021p Geleen),
stroef:
Opm. v.d. invuller: met veere onder krop.
stroef (Q021p Geleen),
verenpoot:
vêre poot (Q021p Geleen)
|
Kent U andere benamingen voor de kleuren van het vederkleed (+ korte beschrijving)? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22124 |
andere middelen om een duif binnen te lokken |
een lokduif loslaten:
lokdoef loslaote (Q021p Geleen),
met de graanbus schudden:
mit graanbus schudden (Q021p Geleen)
|
Kent U nog andere middelen om de duif binnen te lokken? bijv. met graan in doos schudden. Hoe heet dat? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
22075 |
andere voedermengsels |
wintermengeling:
Opm. v.d. invuller: voor de rusttijd (wintertijd).
wintermengeling (Q021p Geleen),
zuiveringsmengeling:
Opm. v.d. invuller: als de duif van de reis komt.
zuuveringsmengeling (Q021p Geleen)
|
Kent U ook nog andere mengsels? Zo ja, geef daarvan dan een korte beschrijving. [N 93 (1983)]
III-3-2
|
24525 |
andoorn |
bruinheilige:
eigen spellingsysteem additie bij vraag 157 e.v. = andoorn
broenhellige (Q021p Geleen)
|
andoorn [N 82 (1981)]
III-4-3
|
24403 |
angel van bij of wesp |
angel:
angel (Q021p Geleen),
eigen spellingsysteem
angel (Q021p Geleen),
WLD
angel (Q021p Geleen)
|
Hoe noemt u het orgaan waarmee bijen en wespen steken (angel) [N 83 (1981)]
III-4-2
|