e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hals hals: als (Geleen), hals (Geleen, ... ), haus: aus (Geleen), ĕis (Geleen) hals [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] || halzen [SGV (1914)] III-1-1
halsdoek halsplag: halsplag (Geleen  [(Maurits)]   [Emma]) Het vierkant stuk stof dat de mijnwerkers als beschermmiddel tegen stof voor de mond of in de hals dragen. [N 95, 65; monogr.; Vwo 326; Vwo 868] II-5
halsgat hals: hals (Geleen) Uitsnijding voor de hals bij het colbert. [N 59, 97] II-7
halsketting ketting: gouwen kĕtting (Geleen) gouden [een - ketting] [SGV (1914)] III-1-3
halsriempje halsriempje: halsrēmkǝ (Geleen  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Halsriem waar de mijnlamp aan hangt tijdens het klimmen in een schacht. [N 95, 881a; monogr.] II-5
halssnoer halssnoer: halssjnoor (Geleen), kraal: kral (Geleen) aan een snoer geregen kralen, parels, enz. als halssieraad [toer, snoer, ketting, karkant, collier] [N 86 (1981)] III-1-3
halve maan, eerste kwartier eerste kwartier: ieesjk k⁄rteer (Geleen), ieste keteer (Geleen), ĭĕjeĕste káteer (Geleen), jong licht: jŏnk leech (Geleen) schijngestalte van de maan: eerste kwartier, halve maan [wassende maan, wassenaar] [N 81 (1980)] || schijngestalte van de maan: laatste kwartier [afnemende, donkere maan] [N 81 (1980)] III-4-4
halve maan, laatste kwartier afgaande maan: aafgaonde maon (Geleen), laatste kwartier: lèste k⁄rteer (Geleen), (neit exact de éé).  lééste káteer (Geleen) schijngestalte van de maan: laatste kwartier [afnemende, donkere maan] [N 81 (1980)] || schijngestalte van de maan: volle maan [N 81 (1980)] III-4-4
halve zondag halve zondag: ne hauve zòndig (Geleen) Een "halve zondag", een feestdag zonder mis, bijvoorbeeld Koninginnedag (planken zondag). [N 96C (1989)] III-3-3
halvezool halflap: hawflap (Geleen) Nieuwe of extra zool onder de voorste helft van een schoen. [N 60, 233b; N 60, 232a] II-10