22758 |
harten in het kaartspel |
harten:
harte (Q021p Geleen, ...
Q021p Geleen)
|
Hoe noemt u van het kaartspel de verschillende symbolen? (Het gaat om de gewone namen, niet om woorden voor "troef"enz.). - II. Harten. [DC 52 (1977)]
III-3-2
|
20905 |
hartig |
hartelijk:
hartelik (Q021p Geleen),
hartig:
hertig (Q021p Geleen)
|
een zoutachtige, pittige smaak hebbend (hartig, hartelijk) [N 91 (1982)]
III-2-3
|
18090 |
hartinfarct |
beslag:
besjlaag (Q021p Geleen),
hartverlamming:
hartverlamming (Q021p Geleen),
infarct:
infark (Q021p Geleen)
|
Hartinfarct: bloeding in de hartspier met verstopping van de kransslagader (vang, kramp, infarct, hartverlamming). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
21458 |
haten |
haten:
haate (Q021p Geleen),
hate (Q021p Geleen)
|
een sterk gevoel van afkeer tegen iemand hebben, haatgevoelens voor iemand hebben [haten, dregen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
32977 |
haver |
haver:
hāvǝr (Q021p Geleen)
|
Avena sativa L. Men zaait ongeveer 200 kg haver per hectare. Zie afbeelding 1, b. [JG 1a, 1b; A 2, 31; L 35, 101; L lijst graangewassen, 3; Wi 50; monogr.; add. uit N 15, 1a]
I-4
|
33386 |
haverkist, hakselkist |
hakselkist:
hɛksǝlkes (Q021p Geleen),
haverkist:
[haver]kęs (Q021p Geleen)
|
De kist of bak waarin men het droge voer, tegenwoordig de haver, voor het paard bewaart. Deze kist staat meestal in de voergang in de paardestal. Vroeger werden er vooral ook haksel, soms zemelen, geplette haver, kaf of melasse in bewaard. De kist kan door een tussenwand verdeeld zijn. In het ene vak bewaart men dan meestal haver, in het andere iets anders. Soms zijn er meer dan twee vakken. Achter in het lemma staan enkele benamingen bijeen voor dit tussenschot. In het lemma wordt achter de codecijfers zoveel mogelijk met een cijfer vermeld in hoeveel delen de kist verdeeld was en wat er nog meer in bewaard werd dan de in het eerste lid van de woordtypen genoemde voedselsoort. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (haver) het lemma "haver" in aflevering I.4, nr 1.2.5 [N 5A, 59c en 72b; JG 1a en 1b; monogr.]
I-6
|
20675 |
havermout |
havermout:
havermaut (Q021p Geleen),
Syst. WBD
havermout (Q021p Geleen)
|
Havermout [N 16 (1962)] || havermout [SGV (1914)]
III-2-3
|
20607 |
havermoutpap |
havermoutspap:
Syst. WBD
havermoutspap (Q021p Geleen)
|
Pap van havermout (haavere moute pap?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
24480 |
hazelaar |
hazenoot:
-
assenoot (Q021p Geleen),
hazenotenboom:
-
assenootebaum (Q021p Geleen),
hazenotenstruik:
assenotenstrouk (Q021p Geleen),
hassenotenstrouk (Q021p Geleen),
-
assenoteschtroek (Q021p Geleen)
|
hazelnoot - boom (Colylus Avellana L.) [DC 17 (1949)] || hazelnoot - vrucht (Colylus Avellana L.) [DC 17 (1949)] || hazelstruik [SGV (1914)]
III-4-3
|
21000 |
hazelnoot |
hazenoot:
assenoot (Q021p Geleen),
hassenoot (Q021p Geleen),
-
assenoot (Q021p Geleen)
|
hazelnoot [SGV (1914)] || hazelnoot - vrucht (Colylus Avellana L.) [DC 17 (1949)]
III-4-3
|