e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
heeroom heernonk: hīrnoͅŋk (Geleen), paternonk: pōͅtərnoͅŋk (Geleen) heeroom [ZND m] || heeroom (pater) [ZND m] III-2-2
heerszuchtig commandant: ene commandant (Geleen) een sterke neiging tot heersen of overheersen hebbend [heerzaam, heerzuchtig] [N 85 (1981)] III-1-4
heertante? tante-nonnetje: tante!  tāntə-noͅnəkə (Geleen) tante in het klooster [ZND m] III-2-2
hees, schor hees: heis zien (Geleen), heisch (Geleen), heisj (Geleen) hees [SGV (1914)] || schor, schor zijn [ruigsen, hees, gees zijn] [N 10 (1961)] III-1-2
heggenmus bramentaats: breeèmetaatsj (Geleen) heggemus (14,5 overal bekend; grauw, zit graag onder en in heggen; nestje heeft mos binnenin; blauwe eitjes; zang helder krinkelend, ook s winters [N 09 (1961)] III-4-1
heibezem heibezem: Zie tekening: 1 (links)  hei̯baezəm (Geleen) bezem (soorten) [DC 15 (1947)] III-2-1
heilig heilig: hèllig (Geleen) Heilig [hèllig, hillig]. [N 96D (1989)] III-3-3
heilig graf rustaltaar: rösaltaar (Geleen) De plaats, het rustaltaar waar op Witte Donderdag de geconsacreerde Hostie bewaard wordt, het H. Graf. [N 96C (1989)] III-3-3
heilig hartbeeld heilig hart jezus: heilig hart jezes (Geleen) Een beeld van Jezus die zijn hart toont (H.Hart). [N 96A (1989)] III-3-3
heilig hartlampje godslampje: godslempke (Geleen) Het altijd brandend electrisch devotielichtje bij het H.Hartbeeld [H.Hartlemp-ke?. [N 96B (1989)] III-3-3