e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
informeren (onoverg.) navragen: naovraoge (Geleen), zich erkundigen (< du.): erkundige (Geleen) inlichtingen inwinnen over iets [zich naar iets erkondigen] [N 85 (1981)] III-1-4
ingebeelde ziekte zichzelf get wijsmaken: zichzelf get wies maake (Geleen) Ingebeelde ziekte (niebekonter, iepreponder, hype). [N 84 (1981)] III-1-2
ingemaakt voedsel inmaak: inmaak (Geleen) inmaak III-2-3
ingenieur ingenieur: enžǝnjø̄r (Geleen  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) De algemene benaming voor ingenieur. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden lopen nogal uiteen. [N 95, 139; N 95, add.; monogr.] II-5
ingestorte pijler ouwe man: awǝ man (Geleen  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Een door steenval ingestorte pijler. [N 95, 545] II-5
ingetogen rustig: röstig (Geleen, ... ), stil: sjtil (Geleen) zich onthoudend van buitensporigheden of uitspattingen, niet opzichtig [stil, bedaard, stemmig, ingetogen] [N 85 (1981)] III-1-4
ingewanden ingewanden: ingewande (Geleen), ingewanje (Geleen) ingewanden [N 10a (1961)] III-1-1
ingieten (met geluid) klotsen: klótsje (Geleen) gieten: Met een zeker geluid water ergens in gieten (patten). [N 84 (1981)] III-1-2
ingrijpen ingrijpen: ingriepe (Geleen), optreden: optraeje (Geleen) met gezag en kracht tussenbeide komen [roffen, ingrijpen] [N 85 (1981)] III-1-4
injecteren injecteren: enjɛktērǝ (Geleen  [(Maurits)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]), injecteren (Geleen  [(Maurits)]   [Emma]) Belangrijkste stofbestrijdingsmethode bij de koolwinning. Een belangrijke vinding op het gebied van de stofbestrijding was het inpersen, injecteren, van water in de koollaag. Hiervoor werden op afstanden van 3 tot 5 meter voldoende diepe gaten in de kool geboord. Daarna werd het injectietoestel in het boorgat geplaatst. Als men water onder druk in het toestel liet stromen, drong het langs alle splijtvlakken en scheurtjes in de steenkool. Het bevochtigde als het ware de gehele koollaag tot een zekere diepte, waardoor koolwinning vrijwel zonder stofontwikkeling kon plaatsvinden (Handb. H. pag. 95). Het injecteren kon echter niet overal toegepast worden. Soms maakte het water het dak en de vloer slecht. In andere gevallen kon men het water niet in de kool persen, omdat er geen splijtvlakken en scheuren waren. [N 95, 781; N 95, 777; monogr.] II-5