e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kern moer: mōr (Geleen) Uitsteeksel dat komt bloot te liggen, wanneer de koe een hoorn afstoot. [A 4, 15; L 20, 15] I-11
kern van een pit kern: eigen spellingsysteem  kaer (Geleen) Het binnenste van zaad of pit (kern, kerning, kerel, karring). [N 82 (1981)] I-7
kernhout kernhout: eigen spellingsysteem  kernhout (Geleen) Het binnenste van een boom zonder levend weefsel, donker van kleur (kern, kernhout). [N 82 (1981)] III-4-3
kersenpannenkoek kersenkoek: Syst. WBD  keesjekook (Geleen) Pannekoek met kersen (kersekook?) [N 16 (1962)] III-2-3
kerstavond kerstavond: krisaovend (Geleen) 24 december, de dag voor Kerstmis [Kerstavond, krisaovend, keersaovend]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstbeelden kerstbeelden: krisbeelde (Geleen) De beeldengroep van de kerststal, de kerstbeelden. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstboom kerstboom: krisboum (Geleen) Een kerstboom [krisboom]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstkribbe kribbe: krub (Geleen) Een kerstkribbe [et kribche]. [N 96C (1989)] III-3-3
kerstlied kerstliedje: kosjlētjə (Geleen, ... ) Een lied dat in de kersttijd veel gezonden wordt [leis, kerstliedje]. [N 90 (1982)] III-3-2
kerstliederen zingen kerstliedjes zingen: kosjlētjəs zeͅŋə (Geleen) Kerstliederen zingen [leisen]. [N 90 (1982)] III-3-2