20349 |
kleindochter |
kleindochter:
kleindochter (Q021p Geleen)
|
kleindochter [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
33318 |
kleine boerderij |
boerderijtje:
burdǝrii̯kǝ (Q021p Geleen),
gedoens:
gǝdōns (Q021p Geleen),
hofje:
hø̜fkǝ (Q021p Geleen),
keuterijtje:
kø̄tǝrii̯kǝ (Q021p Geleen),
klein gedoetje:
klęi̯n gǝdø̄ŋkǝ (Q021p Geleen)
|
Bij keuterij, e.d. in het noorden van de Nederlandse provicie wordt uitdrukkelijk opgemerkt dat de keuterboer gewoonlijk ook in dagloondienst is en géén paard bezit; zijn grond beslaat niet meer dan drie tot vijf hectaren. Ook hier vindt men, naast specifieke terminologie met name met het element keuter, ook veel omschrijvende benamingen met klein en diminutiva. Voor de fonetische documentatie van het type boerderij, zie het lemma "Boerderij, algemeen" (1.1.1). [A 10, 2c; A 30A, 3a, 3b en 3d; L 22, 1b; monogr.; add. uit L 38, 22]
I-6
|
20723 |
kleine hoeveelheid eten |
flauw bofje:
Syst. WBD
flouw bufke (Q021p Geleen),
hapje:
Syst. WBD
hèpke (Q021p Geleen)
|
Welk woord kent u voor een zeer kleine hoeveelheid eten (een brusselke, een kriemelke?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
22140 |
kleine mand zonder onderverdelingen |
korfje:
körfke (Q021p Geleen)
|
Hoe heet verder in Uw dialect: een kleine mand zonder onderverdelingen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
17756 |
kleine neus |
klein neusje:
klein neͅske (Q021p Geleen)
|
Dat kind heeft een klein neusje. [DC 37 (1964)]
III-1-1
|
24463 |
kleine schadelijke zoogdieren |
ongedierte:
ongedeerte (Q021p Geleen)
|
schadelijke en hinderlijke grotere dieren als muizen, mollen, enz. [DC 55 (1980)]
III-4-2
|
25602 |
kleine uitsteeksels op de broodkorst |
talpen:
tǫwpǝ (Q021p Geleen)
|
De bij het zigzag knippen ontstane kleine uitsteeksels op de broodkorst. [N 29, 44c]
II-1
|
20347 |
kleinkinderen |
kleinkind:
kleinkènjer
kleͅi̯nkeͅntj (Q021p Geleen)
|
kleinkind, kleinkinderen [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
20348 |
kleinzoon |
kleinzoon:
kleinzoon (Q021p Geleen)
|
kleinzoon [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
18200 |
klepbroek |
boks met klep:
mit klep (Q021p Geleen)
|
een broek met een sluitklep aan de voorkant [N 59 (1973)]
III-1-3
|