e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
litanie van de rozenkrans litanie (<lat.): litaniej (Geleen) De litanie van O.L. Vrouw, het slot van het Rozenhoedje [littenïj, lietenïj, lieteniej, lietenej?]. [N 96B (1989)] III-3-3
litteken lijmteken: liemteiken (Geleen, ... ), liemtijke (Geleen), lijnteken: lientijke (Geleen) Als een wond of zweer is genezen, blijft de plaats ervan meestal zichtbaar. Die plek noemt men dan een .... (Nederl. litteken). [DC 30 (1958)] || litteken [SGV (1914)] III-1-2
liturgisch vaatwerk kelken: kelke (Geleen) De heilige vaten, het liturgisch vaatwerk [kelken, cibories, monstrans]. [N 96A (1989)] III-3-3
liturgische gewaden miskleren: mêskleijer (Geleen) De paramenten, de liturgische gewaden. [N 96A (1989)] III-3-3
locomotiefloods locloods: lǫklōts (Geleen  [(Maurits)]   [Laura, Julia]) Ondergrondse ruimte, meestal in de buurt van de schacht, waar de niet in gebruik zijnde locomotieven worden ondergebracht. [N 95, 701; monogr.] II-5
locomotiefmachinist machinist: mašenes (Geleen  [(Maurits)]   [Maurits]) Arbeider die de mijnlocomotief bedient. [N 95, 151; monogr.] II-5
loeren loeren: loere (Geleen), lōēre (Geleen) kijken: loeren [lonke, luime] [N 10 (1961)] III-1-1
lof lof: lof (Geleen) Het lof, de kerkdienst met uitstelling van het Allerheiligste, gehouden op zondagmiddag, soms op zaterdagavond [lof, laof, zeëje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
lof met processie lof met processie (<lat.): lof mit presessiej (Geleen) Lof met processie (rondom de kerk of over het kerkplein of kerkhof) op de eerste zondag van de maand. [N 96B (1989)] III-3-3
long long: long (Geleen), lóng (Geleen) long, longen [loos, leus] [N 10a (1961)] III-1-1