23589 |
marialied |
marialiedje:
marialeedje (Q021p Geleen)
|
Een Marialied. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23402 |
marianum |
maria in de wolken:
maria in de wolike (Q021p Geleen)
|
Een groot, soms tweezijdig Mariabeeld, staande op wolken of op de maansikkel, dat van boven uit het gewelf af neerhangt, Marianum. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23877 |
mariaoord |
mariabedevaartoord:
mariabaevaartoord (Q021p Geleen)
|
Een genadeoord van Maria, Mariaoord. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23746 |
mariascapulier |
scapulier:
sjabeleer (Q021p Geleen)
|
Een Maria-scapulier (Marias livrei?). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
21271 |
markt |
markt:
mɛrt (Q021p Geleen)
|
markt [RND]
III-3-1
|
21852 |
marktkraam |
kraam:
kraom (Q021p Geleen)
|
een tent, een stalletje op de markt waarin de goederen tentoongesteld zijn [kraam, schob] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
21711 |
marktplein |
markt:
mert (Q021p Geleen),
mèrt (Q021p Geleen)
|
het plein in een stad of dorp waar markt gehouden wordt [mert, marktveld] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24945 |
marmer |
marmer:
marmer (Q021p Geleen)
|
marmer, dicht, fijnkorrelig kalkgesteente dat geschikt is om te bewerken en te polijsten, in bouw- en beeldhouwkunst als grondstof gebruikt [marbel, melber] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
22739 |
marmeren beeld |
beeld:
beeldj van marmer (Q021p Geleen),
en sjteine beeld (Q021p Geleen)
|
Marmeren beeld. [N 06 (1960)]
III-3-2
|
24350 |
marter |
bovien:
bouvine (Q021p Geleen),
fis:
visch (Q021p Geleen),
fret:
eigen spellingsysteem
fret (Q021p Geleen),
marter:
eigen spellingsysteem
marter (Q021p Geleen)
|
Hoe noemt u een soort marter, tot 48cm lang, met een staart tot 26cm. Het is een slank roofdier met donkerbruine pels en witte borstvlek die tot de binnenzijde van de voorpoten doorloopt (fluwijn) [N 83 (1981)] || Hoe noemt u het slanke roofdiertje, geelbruin tot donkerbruin, met lange dekharen. De kop is spits met grote oorschelpen, het lichaam is lang en lenig. Het heeft een lange staart en korte poten; marter (fluwijn) [N 83 (1981)] || marter [SGV (1914)]
III-4-2
|