e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mestkar mestkar: [mest]kar (Geleen) De kar waarmee men stalmest naar het land vervoerde. Als deze kar niet uitsluitend voor het vervoer van mest bestemd was, werd ze na het mestuitrijden gereinigd. Als mestkar gebruikte men meestal de korte kar (L 115 vroeger, 159a, 163, 192a vroeger, 192b, 209, 216, 246 vroeger, 248, 265, 265b, 266, 288, 289, 290, 292, 320a, 324, 331, 331b, 369, 422), de slagkar (L 115 later, 192a later, 246 later, 247, 248, 265b, 270, 292, 294, 318b, Q 27, 191, 204a) en de aardkar (L 289, 314, 360, 364, 366, 367). Voor deze kartypen zij verwezen naar de aflevering betreffende de (oude) landbouwvoertuigen e.a.. Termen als mestwagen wijzen op een moderner vervoermiddel, dat - ook al is het tweewielig - wagen wordt genoemd, omdat het met luchtbanden is uitgerust. [N 11A, 7; N 17, 2a + 3a + 8 add. + 15b; A 42, 8a + b; monogr.] I-1
mestkever paardsvlieg: eigen spellingsysteem  paesjvleeg (Geleen), strontkever: WLD  sjtrontkever (Geleen) Hoe noemt u de mestkever: een soort kever, groot blauwachtig glanzend, die in mest of van mest leeft (stronthommel, pekbeest, strontbeest, strontmulder) [N 83 (1981)] III-4-2
mestplank onder de zitstokken drekplank: drɛkplaŋk (Geleen), mestplank: męstplaŋk (Geleen) De plank onder de zitplaats van de kippen die dient om de mest op te vangen. In L 245, P 51,174, 222, Q 9, 77, 88, 93 en 118 kende men een dergelijke voorziening niet; daar vielen de uitwerpselen gewoon op de vloer. [N 5A, 63b; A 48, 16g] I-6
mestvaalt mestem: mèstum (Geleen), aan ZND 01 is hier toegevoed het materiaal van ZND 31 (1939), 019  mistem (Geleen, ... ), mesthoop: mèsthoup (Geleen) [SGV (1914)]hoop droge mest,die bij of op de gierput wordt opgestapeld [DC 18 (1950)] || mesthoop bij de boerderij [DC 09 (1940)] I-7
met afgebarsten korst, gezegd van brood los: los (Geleen) De oorspronkelijke vraagstelling in N 29, 70 luidde: "Hoe noemt u brood dat tussen korst en kruin is afgebarsten?" Het feit dat ''kruin kruim'' had moeten zijn, heeft de beantwoording niet noemenswaardig be√Ønvloed. Het lemma valt uiteen in verschilllende grammaticale categorieën.' [N 29, 70; N 29, 69a; monogr.] II-1
met de collecteschaal rondgaan met de schaal rondgaan: mit de sjaol ròndjgaon (Geleen), schaal rondgaan: sjaol ròndjgaon (Geleen) Collecteren met de open schaal, met de schaal rondgaan. [N 96B (1989)] || Een schaalcollecte, een collecte voor een bijzonder doeleind, waarbij met neen open schaal werd rondgegaan [schaolkollekt?]. [N 96B (1989)] III-3-3
met de duiven naar de inkorfplaats gaan inkorven: inkuirve (Geleen), zetten: gaonzitte (Geleen) Hoe zegt men: met de duiven naar de inkorfplaats gaan om aan wedstrijden deel te nemen? [N 93 (1983)] III-3-2
met de horens stoten, gezegd van de bok stoten: štōtǝ (Geleen) [N 19, 75] I-12
met de kar achteruit rijden terugzetten: trøk˲zętǝ (Geleen) Voor de voermansroep om het paard achteruit te doen gaan, zie wld I.10 onder het lemma achteruit. [N 17, 95 + 99] I-13
met de kar rijden, iets vervoeren varen: vārǝ (Geleen) Dit lemma vormt een aanvulling van het lemma met paard en kar rijden in wld I.10. Alleen de opgaven voor de plaatsen waarvoor in WLD I.10 geen materiaal voorhanden was, zijn hier opgenomen. De kaart combineert de gegevens van beide lemmata. [N 17, 94; RND 97; monogr.] I-13