e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mouwsplitje spleetje: spleetje (Geleen) Het splitje onder aan de mouw van het colbert. [N 59, 131a] II-7
mouwvoering aannaaien aannaaien: ānnɛǝjǝ (Geleen) De voering van de mouw aan het armsgat hechten. [N 59, 127] II-7
mug mug: muk (Geleen), mök (Geleen), cf móqezeiver "onzin", "weinig  mók (Geleen) mug || steekmug [DC 18 (1950)] III-4-2
muilpeer een voor de kits: ein veur die kitch kriege (Geleen), eine veur die kietsj (Geleen), muilpeer: moelpĕr (Geleen), peer: paer (Geleen) muilpeer, slag op de kaak [SGV (1914)] || Slag op de kaak; muilpeer (flets, fleer, plakkaat, kek, kokarde, klamats). [N 84 (1981)] III-1-2
muiltje slof: sjlòffe (Geleen), o tussen o en oe  sjlof (Geleen) Hoe noemt men de muilen? [DC 09 (1940)] || Muiltje. Thuis dragen veel mensen in plaats van schoenen pantoffels of muilen. De eerste hebben wel, de andere geen opstaande achterkant. Hoe noemt men die zonder achterkant? [DC 44 (1969)] III-1-3
muis muis: moes (Geleen), mōēs (Geleen) muis [DC 35 (1963)], [SGV (1914)] III-4-2
muis (mv.) muis (mv.): muus (Geleen) muizen (mv.) [SGV (1914)] III-4-2
muis van de hand muis: moes v.d. handj (Geleen), mōēs (Geleen) muis van de hand (het onderste, vlezige deel van de duim) [N 10 (1961)] III-1-1
muizen muizen: moeze (Geleen) muizen (ww) [SGV (1914)] III-2-1
muts: algemeen muts: mətš (Geleen), pats: patš (Geleen) pet, muts, klak [RND] III-1-3