e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
scheidingswand tussen verschillende hokjes in een duivenmand scheidingsplankje: schijdingsplankjes (Geleen) Hoe heet verder in Uw dialect: scheidingswand tussen verschillende hokjes? [N 93 (1983)] III-3-2
schelden, schimpen schampen: sjampe (Geleen, ... ), schelden: sjelje (Geleen), sjeljen (Geleen) op onwaardige wijze kritiek uitspreken [schimpen, spijkeren] [N 85 (1981)] || schelden [DC 47 (1972)], [SGV (1914)] III-1-4
schelm deugeniet: ene deugeneet (Geleen), koeverd: koevert (Geleen), lobbes: löbbes (Geleen) een persoon die allerlei streken uithaalt op een grappige manier en daarmee geen kwade bedoelingen heeft [kufer, rakker, rekel, schelm, dianter, loebas, brak] [N 85 (1981)] III-1-4
schemeren van de ogen draaien: t dreit mich veur de auge (Geleen), flikkeren: t flikkert veur mien auge (Geleen) schemeren voor de ogen, sterretjes zien [mijn oogen schiemere] [N 10 (1961)] III-1-1
schenkel onderbats: óngərbàts (Geleen), schenk: sjèìnk (Geleen) schenkel; Hoe noemt U: Het onderste gedeelte van de achterpoot van een rund met het vlees eraan (schinkel, schenkel, bout, schenk, schonk) [N 80 (1980)] III-2-3
scheppen scheppen: šø̜pǝ (Geleen  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Stenen of kolen met de schop laden. [N 95, 503; N 95, 501; N 95, 202; monogr.; Vwo 682; Vwo 768] II-5
scheren scheren: sjaere (Geleen) scheren [DC 38 (1964)] III-1-3
scherp de waarheid zeggen de jas uitvegen: de jas oetvaege (Geleen), uitschuren: oetsjoere (Geleen), uitvegen: oetvaege (Geleen) iemand scherp de waarheid zeggen [blijspeten, uitschijten, bijvegen, uitmesten] [N 85 (1981)] III-3-1
scherp kijken scherp uit de doppen loeren: scherp oet de dûp loere (Geleen) kijken: scherp kijken [miere, blieke] [N 10 (1961)] III-1-1
scherp luisteren de oren spitsen: oare sjpitse (Geleen), goed luisteren: good loestere (Geleen) [N 84 (1981)] III-1-1