e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

Gevonden: 5298
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bioscoop bioscoop: Karte 240.  bioscoop (Geleen), cinema: cinema (Geleen, ... ), Karte 240.  cinema (Geleen), film: Karte 240.  film (Geleen) (Ich gehe ins) Kino. || Het theater waarin men films vertoont [cimma, cinema]. [N 90 (1982)] III-3-2
bisdom bisdom: bisdom (Geleen) Een bisdom of diocees. [N 96D (1989)] III-3-3
bisschop bisschop: bössjep (Geleen) Een bisschop [busschop, biskop, bissjep]. [N 96D (1989)] III-3-3
bits kortaf: kortaaf (Geleen, ... ), kortááv (Geleen, ... ) vinnig, onvriendelijk in manier van spreken [bits, scherp, bars, mondig] [N 87 (1981)] III-1-4, III-3-1
blaar blaar: blaor (Geleen, ... ) Blaar: blaasachtige opzetting van de huid (blaar, blein). [N 84 (1981)] III-1-2
blaasbalg van het orgel blaasbalg: blaosbalk (Geleen) De blaasbalg van het orgel. [N 96B (1989)] III-3-3
blaasleiding blaasleiding: blǭslęjdeŋ (Geleen  [(Maurits)]   [Emma]) De leiding waarmee het opvulmateriaal door middel van samengeperste lucht in de ontkoolde ruimte wordt geblazen. Aan het einde van de leiding bevindt zich de vulschop. [N 95, 559; monogr.] II-5
blaasmachine blaasmachine: blǭsmǝšin (Geleen  [(Maurits)]   [Maurits]) Machine waarmee het opvulmateriaal, vaak wasserijstenen, onder druk in een op te vullen ruimte kan worden geblazen. [N 95, 557; monogr.] II-5
blaasmachinist blaasmachinist: blǭsmašenes (Geleen  [(Maurits)]   [Domaniale]) Arbeider die de blaasmachine bedient. [N 95, 137; monogr.] II-5
blaasontsteking blaasontsteking: blaosŏntstaeking (Geleen), blaosóntsjtaeking (Geleen) Blaasontsteking: ontsteking van de urineblaas (koupis, droppelpis). [N 84 (1981)] III-1-2