e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stokvis stokvis: sjtòkvösj (Geleen) bolling; Hoe noemt U: Gezouten en gedroogde vis (bolling) [N 80 (1980)] III-2-3
stola stola (lat.): sjtoola (Geleen) De stola, de stool. [N 96B (1989)] III-3-3
stolp stolp: sjtulp (Geleen) stolp [SGV (1914)] III-2-1
stolp over een heiligenbeeld stolp: sjtölp (Geleen) Een stolp of stulp, een klokvormig glas over een kruis- of heiligenbeeld. [N 96B (1989)] III-3-3
stolpen omdraaien: ǫmdrē̜jǝ (Geleen) Het machinaal of met de hand aanstikken van belegsels, waarbij gekeerd wordt. [N 59, 60] II-7
stomverbaasd paf: ich sjtaon paf! (Geleen), paff (Geleen), verpapzakt: verpopzakt (Geleen) verbaasd, bevreemd, verwonderd zijn [toezien, staan zien] [N 85 (1981)] || zeer verbaasd [verpaft] [N 85 (1981)] III-1-4
stoofvlees, zuurvlees zuurvlees: Syst. WBD  zoervleisj (Geleen) Gemarineerd rundvlees, bereid met azijn, olie en kruiden (bufflamood, zoerbrèùtje?) [N 16 (1962)] III-2-3
stookplaats stoof: štōf (Geleen) Het stookhuis is volgens de informant van Q 35 de ruimte naast de oven waar de kolen opgeslagen worden. [N 29, 105e] II-1
stoomboot stoomboot: sjtoumboat (Geleen) stoomboot [SGV (1914)] III-3-1
stop, tapkraan kraan: krān (Geleen) De, volgens respondenten uit Horst (L 246), Broekhuizenvorst (L 0247), Venlo (L 271) en Beesel (L 300), van kurk vervaardigde stop, die ter afsluiting in het tapgat wordt geslagen. Wanneer het houten vat wordt aangeslagen, wordt de stop vervangen door een houten tapkraan. [A 36, 3d; monogr.] II-12