e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

Gevonden: 5298
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blijvende ontkleuring van een oog kleur is weg: kleur is weg (Geleen), licht oog: laeg oug (Geleen) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: blijvende ontkleuring van de ogen door pokken? [N 93 (1983)] III-3-2
blikaars uitslag: oetsjlaag (Geleen), zweren: zjwaere (Geleen) Uitslag, zweren op het achterwerk (blikaars, blikgat, blekker(d), blik, smet). [N 84 (1981)] III-1-2
bliksem, bliksemflits bliksem: bliksem (Geleen, ... ), weerlicht: wĕrleecht (Geleen) bliksem, elektrische vonk die bij onweer van de ene wolk naar de andere of naar de aarde overspringt [bledderum, vuurlicht, weerlicht] [N 81 (1980)] || het bliksemt [SGV (1914)] III-4-4
blinde schacht, tussenschacht blinde schacht: blęnjǝ šax (Geleen  [(Maurits)]   [Maurits]), tussenschacht: tø̜šǝšax (Geleen  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Een schacht die niet aan de oppervlakte uitmondt. Een dergelijke schacht wordt aangelegd om steenkoollagen te ontsluiten die tussen de verdiepingen zijn gelegen, en soms voor ventilatie- of vervoersdoeleinden. Zo merkt de respondent uit Q 3 voor de mijnen uit Winterslag en Waterschei op dat de "stortkoker" een blinde schacht is waar kolen en steen door afgevoerd worden en de "luchtschouw" een blinde schacht die uitsluitend wordt gebruikt voor de luchtverversing. Het verschil tussen een opbraak of een neerbraak en een tussenschacht was in de Nederlandse mijnen gelegen in het feit dat in een tussenschacht personenvervoer door middel van liftkooien was toegestaan. [N 95, 78; N 95, 181; monogr.; Vwo 134; Vwo 138; Vwo 206; Vwo 804] II-5
blinken, glimmen, glanzen blinken: blinke (Geleen, ... ) een glans van zich geven [glimmen, glanzen, blinken] [N 91 (1982)] III-4-4
bloed bloed: bload (Geleen), blood (Geleen), blōōd (Geleen) bloed [N 10 (1961)], [SGV (1914)] III-1-1
bloedluis bloedluis: bloodloes (Geleen, ... ) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: rode vogelmijt of bloedluis: 1 mm - zuigt s nachts bloed - bij warm weer een echte plaag. [N 93 (1983)] III-3-2
bloeduitstorting blauwe plaats: blauw plaats (Geleen), blauwe plek: blauw plek (Geleen) Hoe noemt u de geelachtig blauwe plekken op de huid, die een gevolg zijn van slaan, stoten of vallen? [DC 52 (1977)] III-1-2
bloedworst bloedworst: blootwoosj (Geleen), Syst. WBD  bloodwoosj (Geleen) bloedworst [N 06 (1960)] || Bloedworst (bulling?) [N 16 (1962)] III-2-3
bloedzuiger bloedechel: blooteggel (Geleen), bloedzuiker: bloodsuker (Geleen), bloodzuuker (Geleen), echel: echel (Geleen), ĕchel (Geleen) bloedzuiger [DC 30 (1958)], [DC 54 (1979)], [SGV (1914)] III-4-2