e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
takken (coll.) kroon: eigen spellingsysteem  krôêan (Geleen), tak (mv.): tĕk (Geleen) Alle takken samen (griend, kroon, gezwaai). [N 82 (1981)] || takken (mv.) [SGV (1914)] III-4-3
takken krijgen schieten: eigen spellingsysteem  sjete (Geleen) Takken krijgen, gezegd van een boom (takken). [N 82 (1981)] III-4-3
tand tand: tandj (Geleen, ... ) tand [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
tanden tanden (mv.): tenj (Geleen) tanden [SGV (1914)] III-1-1
tandpijn tandpijn: tandjpien (Geleen, ... ), tanjdpien (Geleen, ... ) kiespijn [DC 27 (1955)] III-1-2
tandvlees tandvlees: tandjvleisch (Geleen, ... ), tanjdvleisj (Geleen), tanjtvleisj (Geleen) Hoe noemt men het tandvlees? [DC 30 (1958)] || tandvlees [bibbletjes, bibbertjes] [N 10 (1961)] III-1-1
tang tang: taŋ (Geleen  [(Maurits)]   [Emma, Hendrik, Wilhelmina]) [N 95, 758] II-5
tante tant: tant (Geleen) tante; Bestaan er verschillende woorden voor een tante van vaders- en van moederskant? [DC 05 (1937)] III-2-2
tapgat kraanlok: krānlōk (Geleen) Het gat in de bodem van een biervat waar men de tapkraan in slaat. Zie ook het lemma ɛaansteekgatɛ in wld II.2, pag. 44.' [N E, 48d; A 36, 3c] II-12
tarwe tarwe: tɛrǝf (Geleen) Triticum L. Sinds de invoering van betere bemestingmethodes groeit de tarwe ook in de Kempen. Het woordtype koren is als nevenvorm opgegeven in: K 316, 317, 318, 360, L 286, 292, 313, 360, 416, P 45, 119, 175, 192, Q 10, 39 en 97; evenwel alléén in de omzetting van de uitdrukkingen "rogge wordt hoger dan tarwe" of "de tarwe groeit welig" en het kan derhalve niet als een gangbare benaming van de plant worden beschouwd en is zodoende ook niet in het lemma opgenomen. Zie ook de toelichting bij het lemma ''graan, koren'' (1.2.1). Zie afbeelding 1, e.' [JG 1a, 1b; L A1, 82; L 7, 75; L 15, 24; L 28, 33; L 34, 55b; L 35, 61; L lijst graangewassen, 7; S 37; Wi 52; Gwn 9, 2; NE 1, 2; monogr.; add. uit N 15, 1a] I-4