e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Geleen

Overzicht

Gevonden: 5298
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
christoffelmedaille medaille (<fr.): medaalje (Geleen) Een medaille van St. Christoffel in de auto of op de motor. [N 96B (1989)] III-3-3
ciborie ciborie (<lat.): siboriej (Geleen) Een ciborie, grote kelk met deksel, waaruit de Communie wordt uitgedeeld [tsieboriejoem?]. [N 96B (1989)] III-3-3
cichorei sokkerij: sókkerei (Geleen), sökkerij (Geleen), suikerij: sokkerei (Geleen), sókkerei (Geleen), sökkerij (Geleen) cichorei [SGV (1914)] || cichorei; Hoe noemt U: Surrogaat of smaakverbeterend middel voor koffie gemaakt van de wortel van een bepaalde plant die gemalen en geroosterd wordt (cichorei, cikorei, suikerij, suikeraai, sekraai, bitter, Gemertse koffie) [N 80 (1980)] I-7, III-2-3
cilinderglas lampeglas: lampǝglās (Geleen  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau II, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Het cilinderglas van de veiligheidslamp. [N 95, 244; monogr.] II-5
circus circus: cirkes (Geleen), cirque (fr.): sirk (Geleen) Een tent waarin allerlei artiesten optreden zoals clowns, dresseurs met hun dieren, akrobaten etc. [circus, sirk, paardenspel, hittenspel]. [N 90 (1982)] III-3-2
cirkel, kring kring: krĕnk (Geleen), krink (Geleen), krènk (Geleen), ring: renk (Geleen), rink (Geleen), rèngk (Geleen) de gesloten kromme lijn in een plat vak waarvan de punten alle op eenzelfde afstand liggen van één punt; het ingesloten vlak [kring, ring, cirkel] [N 91 (1982)] || een cirkelvormig voorwerp [ring, kring] [N 91 (1982)] || kring [SGV (1914)] III-4-4
cirkelvormig raam osseoog: ǫsǝǫu̯x (Geleen) Een raam in de vorm van een cirkel, meestal aan de stallen. Vanwege de ronde vorm kunnen de benamingen gelijk zijn aan die voor (onbeglaasde) ventilatie-openingen in de muur of in het dak (zie het lemma "rond gat boven in de schuurgevel", 4.2.11). De meeste benamingen betreffen de vorm, sommige ook de functie (belichting en beluchting). [N 4, 52; N 4A, 38b] I-6
coccidiose coccidiose: koksidioose (Geleen), gele, het ~: het gèle (Geleen) Hoe noemt U in Uw dialect de volgende ziekten: Coccidiose: een ziekte in de darmen, vooral bij jongen, met als symptomen: diarree, grote dorst en steeds dunnere uitwerpselen. Er kunnen blijvende letsels zoals een krom borstbeen van overblijven. Ook volwas [N 93 (1983)] || Kent U hiervoor een oudere volkse benaming? [N 93 (1983)] III-3-2
cocon cocon: cocon (Geleen), pop: pop (Geleen, ... ), eigen spellingsysteem  pôp (Geleen) cocon [DC 18 (1950)] || Hoe noemt u een vlinder in omhulsel [N 83 (1981)] || pop, coconrups [DC 18 (1950)] III-4-2
cokes cokes: cokes (Geleen  [(Maurits)]   [Oranje-Nassau I, Oranje-Nassau III, Oranje-Nassau IV]) Brandbaar produkt dat overblijft wanneer steenkool door droge destillatie van haar vluchtige bestanddelen wordt ontdaan. [N 95, 469] II-5