23697 |
de kerkgang maken |
de kerkgang doen:
kirkgangk doon (Q021p Geleen)
|
De kerkgang doen/maken. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23698 |
de kerkgang uitzegenen |
zengenen:
zaengene (Q021p Geleen)
|
Het "uitzegenen"bij gelegenheid van de kerkgang [oeszeëne?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
22134 |
de klok met ingestopte ringen terug naar het lokaal brengen |
brengen:
klok brènge (Q021p Geleen),
naar het lokaal brengen:
klok nao ’t lokaal bringe (Q021p Geleen)
|
de klok met ingestopte ringen terug naar het lokaal brengen? [N 93 (1983)]
III-3-2
|
27887 |
de krans schieten |
(de) krans schieten:
krans š˙ētǝ (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Emma])
|
De buitenste rij of rijen schietgaten aan het front van een steengang tot ontploffing brengen. De buitenste rij bepaalt het uiteindelijke profiel van de steengang. [N 95, 436; monogr.]
II-5
|
23687 |
de kruisweg bidden |
de kruisweg beden:
kruutswaeg baeje (Q021p Geleen)
|
De kruisweg bidden (in de vastentijd, op Goede Vrijdag, na n begrafenis) [de kruutswèèg bèèje, de statioeëne beëne?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
28191 |
de luchtkokertoer verlengen |
omhangen:
ǫmhaŋǝ (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Emma, Hendrik, Wilhelmina]),
verlengen:
vǝrlɛŋǝ (Q021p Geleen
[(Maurits)]
[Maurits])
|
De luchtkokerleiding verlengen met een of meer luchtkokers, bijvoorbeeld bij de aanleg van een nieuwe steengang of galerij. [N 95, 861]
II-5
|
23550 |
de mis dienen |
de mis dienen:
de mès deene (Q021p Geleen)
|
De mis dienen [diene, de mès deene?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23519 |
de mis doen |
de mis doen:
de mès doon (Q021p Geleen)
|
De mis doen, opdragen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23521 |
de mis plechtig doen (de plechtige mis doen) |
een plechtige mis doen:
de plechtige mès doon (Q021p Geleen)
|
De mis plechtig opdragen, celebreren. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23686 |
de missie preken |
de missie (<fr.) preken:
de missiej praeke (Q021p Geleen)
|
De missie preken. [N 96B (1989)]
III-3-3
|