e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=P186p plaats=Gelinden

Overzicht

Gevonden: 1683
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pad pad: pad (Gelinden) pad [ZND m] III-4-2
paddestoel (alg.) paddestoel: eetbare --; gecombineerd met ZND 5 040  paddestoeəl (Gelinden) paddestoel [ZND 15 (1930)] III-4-3
pak slaag pak slaag: e pak sliech (Gelinden) een pak slaag [ZND 06 (1924)] III-1-2
palmboompje palmboompje: verzamelfiche ZND 15, 015 van Har, + ZND 5, 041  palmbômkə (Gelinden) palmboompje [ZND 15 (1930)] III-4-3
pantoffel slof: sluf (Gelinden) Slof, een paar sloffen. Bedoeld worden ruime pantoffels van ruwe stof (zelfkant) zonder of met neergetrapt achterstuk (fr. chaussons de lisière) [ZND 48 (1954)] III-1-3
papier papier: papier verkruingkele (Gelinden) papier frommelen, verfrommelen [ZND 35 (1941)] III-3-1
paren van de duiven paren: pōͅrə (Gelinden) Paren [van de duiven]. [Goossens 1b (1960)] III-3-2
pas uit het ei gekomen kipje kiekje: kikskǝ (Gelinden) [N 19, 40b] I-12
pasen pasen: po.sə vilt loat (Gelinden) Paschen valt laat. [ZND 34 (1940)] III-3-3
passen mikken: mekǝ (Gelinden), mikke (Gelinden), mikə (Gelinden) Een kledingstuk passen om te zien of het goed zit en de juiste maat heeft. [N 59, 73; N 62, 8; L 48, 1; monogr.] || Passen. Wie een nieuwe jas bestelt laat zich de maat nemen en moet later naar de kleermaker om het kledingstuk te gaan ... Welk woord gebruikt uw dialect hier? (fr. essayer) [ZND 48 (1954)] II-7, III-1-3