e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gemmenich

Overzicht

Gevonden: 787
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hobbelpaard hopbaai: `hū.baj, hy(3)̄:baj (Gemmenich), schokkelpaard: `šoͅ.kəlpea.t (Gemmenich) Huubaj, hüübaj: Schaukelpferd. || Schokelpead: Schaukelpferd. III-3-2
hobby hobby (eng.): `hoͅbi (Gemmenich) Hobi: Hobby, Freizeitbeschäftigung. III-3-2
hoed (alg.) hoed: ho:t (Gemmenich) hoed [RND] III-1-3
hoeden van koeien weiden: węi̯jǝ (Gemmenich) [N 3A, 12a; N M, 2; JG 1a, 1b; A 48, 18c; L 1a-m; L 27, 5; S 14; Wi 39; R; monogr.] I-11
hoekschop corner (eng.): `køͅrnər (Gemmenich), Karte 168.  kørnər (Gemmenich) Eckball. || Körner: (Fussb.) Ecke, Eckball. III-3-2
hoepelen ringelen: `reŋələ (Gemmenich) Rengele: Reifen schlagen, das Reifenspiel spielen. III-3-2
hond kèter (d.): köter (Gemmenich) hond [Heem 05.4 (1961)] III-2-1
honger hebben honger haan: honger ha (Gemmenich) honger hebben [schrok hebbe] [N 10 (1961)] III-2-3
hongerig hongerig: hongereg (Gemmenich) hongerig [greeg] [N 10 (1961)] III-2-3
honing honig: hoǝ.nǝx (Gemmenich) Produkt door de bijen uit bloemvocht of nectar bereid en afgezet in de cellen van de raten. Honing is een zoete stof die door mensen als voedingsmiddel wordt gebruikt. [N 63, 43b; N 63, 111; L 1a-m; L 35, 105; S 14; S 38, JG 1a+1b; JG 2b-5; Ge 37, 128; A 9, 8; monogr.] II-6