e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gemmenich

Overzicht

Gevonden: 787
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
met kleine stapjes lopen lopelen: voor een klein kind  löpele (Gemmenich) lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)] III-1-2
met paard en kar rijden voeren: vø̄rǝ (Gemmenich) [JG 1b, 2c; N 8, 100; Wi 33; monogr.] I-10
metselaar murer: mȳrǝr (Gemmenich) Ambachtsman die metselwerk verricht. Zie ook de toelichting bij de lemmata 'metselen' en 'handlanger'. [Wi 2; S 23; L 1a-m; L 17, 30; L B1, 103; RND 46; N 30, 1a; N 95, 159; monogr.; Vld] II-9
metworst metworst: metwaosj (Gemmenich) metworst [N 06 (1960)] III-2-3
middag (s middags) noen: nóón (Gemmenich) middag [RND] III-4-4
middagmaal noeneten: nōneͅətə (Gemmenich) namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 12 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3
middendeel van het paard middelhand: medǝlhant (Gemmenich) De middel- of middenhand van het paard, in tegenstelling met ''voorste deel van het paard tot achter de voorbenen'' (3.1.3) en ''achterhand van het paard'' (3.3.14). [JG 1a, 1b; N 8, 12] I-9
middenspeler centerhalf: sɛntər`ha.ləf (Gemmenich) Çänterhalef: (Fussb.) Die früher übliche Rolle des Mittelläufers. III-3-2
midvoor centervoor: sɛntər`vø͂ͅ:r (Gemmenich) Çäntervöör: (Fussb.) Mittelstürmer. III-3-2
mikken mikken: mekə (Gemmenich), ogen: ø:gə (Gemmenich), zielen (du.): tsi:lə (Gemmenich), Met et jewear no ene voogel tsiile.  `tsī:lə (Gemmenich) lonken (mikken) [RND] || Tsiile: Zielen. III-3-2