e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Gemmenich

Overzicht

Gevonden: 787
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verlegen bleu: bluue (Gemmenich), verlegen: verlèje (Gemmenich) verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)] III-1-4
verliezen verlieren: vər`lī:rə (Gemmenich, ... ), verliezen: vər`lī:zə (Gemmenich, ... ) Verleere: Verlieren. || Verleeze: = verleere [Verlieren]. III-3-1, III-3-2
versieren (met bloemen) sieren: `tsī:rə (Gemmenich), versieren: vər`tsī:rə (Gemmenich) Tseere: Zieren, verzieren, schmücken. || Vertseere: Zieren, verzieren. III-3-2
verstoppertje spelen koekepiep spelen: kukə`pī.p [spääle} (Gemmenich) Kukepiip: 1. nur im Ausdr. kukepiip spääle = Verstecken spielen. III-3-2
vespers vesper (lat.): də vispər (Gemmenich) de vespers [RND] III-3-3
veulen veulen: vø̜̄ǝlǝ (Gemmenich) Jong paard, gewoonlijk tot de leeftijd van twee en een half jaar. [JG 1a, 1b; A 4, 2d; L 20, 2d; L A1, 262; N 8, 1; Gwn 5, 10; RND 107; S 40; Wi 4; monogr.] I-9
vieren vieren: jəvi.ət (Gemmenich) gevierd [RND] III-3-2
vieruursboterham caf-drinken, het -: kafedreͅŋkə (Gemmenich), kaffeedreenke (Gemmenich), vesperbrood: vesperbrot (Gemmenich) de maaltijd met brood rond 4 uur [N 07 (1961)] || maaltijd rond 4 uur in de middag [Heem 06.1 (1962)] || namen en uren van de dagelijkse maaltijden: 16 uur [ZND 18G (1935)] III-2-3
vinger vinger: veŋər (Gemmenich) vinger [RND] III-1-1
vink botvink: boveenk (Gemmenich) vink (15 overal bekend; man heeft roodachtige borst; witte strepen op vleugel en in staart; broedt in het hout; zeer veel op trek; kooivogel [N 09 (1961)] III-4-1